20 NOVEMBER 1975
(AVOND)
1043
lage kant zullen zijn.
Ik heb al gezegd dat de verkeerintensiteit op de zuidelijke
rondweg op dit ogenblik reeds te hoog is. Daarnaast veroorzaakt het
hoge percentage motorvoertuigen op deze weg een aantal geluidseen
heden dat nu al onaanvaardbaar is en dat naar onze mening zeker on
toelaatbaar zal zijn wanneer de n ieuwe wet op de geluidshinder door
het parlement zal worden aanvaard. Ook wijs ik erop dat de milieube
lasting door de uitlaatgassen van de auto's reeds thans een onaanvaard
baar niveau heeft bereikt.
Nu is gebleken dat enkele groepen -- het woord actiegroep
zou ik in dezen niet willen gebruiken -- van mensen buiten Breda vrij
sterk tegen de doortrekking van rijksweg 58 gekant zijn. Wij hebben daar
begrip voor, want de doorgetrokken rijksweg zal dwars door een mooi
gebied lopen, waar wij eveneens zeer zuinig op moeten zijn. Het zal
dus een kwestie van kiezen worden. Opvallend is echter in dit geheel
dat de tegenstanders van de doortrekking van rijksweg 58 wel tegen
zijn, maar nauwelijks een bruikbaar alternatief hebben. Weliswaar
wordt de doortrekking van de Maasroute als een alternatief beschouwd,
maar in dezelfde berekening schotelt rijkswaterstaat ons gegevens voor
waaruit blijkt dat bij de doortrekking van rijksweg 58 rijksweg 260 voor
minstens 50% van zijn huidige bezetting zal worden ontlast. Daartegen
over staat dat een eventueel doortrekken van de Maasroute, als dit
mogelijk zou zijn, slechts een ontlasting van de zuidelijke rondweg met
25% met zich mee zou brengen. Bij het onderzoek dat wij op het ogen
blik terzake van deze verbindingen instellen is echter gebleken dat de
aansluiting van de Maasroute vrij veel technische problemen zal op
leveren. Enerzijds moet er namelijk een spoorlijn worden gekruist, ter
wijl anderzijds de doortrekking van de Maasroute met aansluiting op
rijksweg 16 thans nauwelijk een reële mogelijkheid biedt, aangezien
rijksweg 16 nu al overbelast is en er binnen niet al te lange tijd een
tunnelverbinding zal gereed komen.
De opmerkingen die ik tot nu heb gemaakt, zijn bedoeld ter
ondersteuning van de aoor ons ingediende motie. Daarnaast zou ik nog
de volgende vragen willen stellen.
In zijn antwoord op de algemene beschouwingen heeft de
wethouder informatie over de stand van zaken inzake de Gerardus Ma-
jellawijk -- renovatie en nieuwbouw verschaft. Men zal zich overigens
herinneren dat in deze wijk nog een ander probleem bestaat, namelijk
de wateroverlast. Ik heb geprobeerd na te gaan hoe de stand van zaken
te dien aanzien is, maar ik kon daarover geen uitsluitsel krijgen. Hoe
wel het natuurlijk mogelijk is dat ik iets over het hoofd heb gezien,
zou ik willen vragen of de wethouder mij kan vertellen hoe de stand
van zaken is met betrekking tot het voorkomen van wateroverlast zo
als in het verleden in dit gebied is voorgekomen. Wanneer namelijk de
renovatie en de nieuwb ouw hier van de grond komen, zal dit probleem
mijns inziens tot een oplossing moeten zijn gebracht.
Tot slot nog iets over Breda als groeistad. In zijn antwoord aan
de heer Geene heeft de wethouder gezegd dat de kavelprijs voor een
gezinswoningen maximaal 9. 500, -- zou zijn. De wethoude r heeft
niet gezegd welke kavelprijzen zullen gelden wanneer er meergezins
woningen in het geding zijn. Daar zou ik graag een antwoord op wil
len hebben.