20 NOVEMBER 1975 (AVOND) 1045 maar als ik in de cijfermatige benadering van de begroting kijk, valt mij op dat in het binnenstadsbudget de parkeervoorzieningen enigszins naar de achtergrond zijn verdwenen. Een stelpost voor parkeervoor zieningen is namelijk opgenomen in de categorie in competitie met de voorzieningen met betrekking tot het Kasteelplein en andere bin nenstadsvernieuwingen en - verbeteringen, terwijl de reconstructie van de pleinen naast de parkeervoorzieningen duidelijk voorop staat. Wij zouden willen vragen of het naar de mening van de wethouder nog mogelijk is in 1976 aan parkeervoorzieningen in de binnenstad voor rang te verlenen boven bijvoorbeeld de reconstructie van het Kasteel plein, alsmede de plannen voor de Sint Annastraat, Sint Janstraat en eventueel -- het tweede deel van de Veemarktstraat. Men zal be- frijpen dat een eventuele uitbreiding van het voetgangersdomein op it punt duidelijk consequenties voor de parkeercapaciteit in onze bin nenstad heeft. De V. V. D. gaat er in dit verband niet van uit dat het binnen een aantal jaren tot een werkelijk vermindering van het auto bestand komt. Het zal misschien nog iets groeien, maar de prognoses wijzen zowel nationaal als internationaal daar zou ik dat wel enigs zins over de grenzen willen kijken -- duidelijk uit dat er binnen vijf i tien jaar een stabilisatie zal optreden. Dit betekent dat wij voor de komende tijd zeker goede parkeervoorzieningen in onze binnenstad zullen moeten treffen. Ik stel deze vraag in het bijzonder met het oog op de reserveringen in de begroting. Voorts ben ik geïnteresseerd in de termijn waarop de parkeervoorzieningen zullen kunnen worden ge ïnventariseerd en het resultaat van deze inventarisatie aan de raad kan worden gepresenteerd. Wij denken in het bijzonder aan het aanwijzen van enkele strategische plaatsen in de periferie van de binnenstad op een afstand van 200 d 300 m. van hetvoetgangersdomein. Op deze plaatsen zouden in de toekomst dan parkeervoorzieningen kunnen warden getroffen. In de algemene beschouwingen van de kant van onze fractie is reeds gewezen op het rapport "inventarisatie oude woongebieden", waarin is aangegeven wat een richtlijn voor renovatie zou kunnen vormen. Wij hebben daarin in het bijzonder vastgesteld dat in woon wijken van na 1945 de mogelijkheid om tot renovatie over te gaan aan wezig is. Inde commissie vergadering heb ik reeds gevraagd of de ge meente een indicatie kan geven van het beleid inzake aankoop van oude woningen in nieuwe bestemmingsplannen. Wat wij thans consta teren, is dat het aankoopbeleid van de gemeente reeds ver vooruit loopt op de definitieve wijziging van bestemmingsplannen. De gemeente heeft dan in de tijd, die vooraf gaat aan de wijziging van het bestem mingsplan, een aantal woningen aangekocht, terwijl het haar ontbreekt aan de middelen om in de tussentijdse periode in het hoogst noodzake lijke onderhoud te voorzien. Het gevolg daarvan is een vroegtijdig ver val en verslechtering van het woonklimaat in de betrokken wijken. Als voorbeeld hiervan noem ik het tweede gedeelte van de Baronielaan- west ten zuiden van de rondweg, waar door de gemeente reeds een twintigtal panden is aangekocht maar waar ongeveer vijf d tien tussen liggende panden door haar op korte termijn niet kunnen worden be machtigd. Welke mogelijkheden ziet de wethouder om dit probleem op te lossen Welke Financieringsmiddelen acht hij op dit ogenblik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1045