20 NOVEMBER 1975 (AVOND) 1049 het promoveren van het tracé Beverweg/De la Reyweg/Fatimastraat tot stadsautosnelweg. Het belang van de alles eisende auto gaat weer voor en wat de gevolgen voor de bewoners langs de route zijn laat zich raden: een toenemende geluidshinder, hoge snelheden en groot gevaar voor overstekende personen. Bij mij rijst de vraag of wij op deze wijze met wi jkdoorsnijdende snelwegen niet sommige aelen van de stad gaan isoleren. Daartegenover is er geen enkel denkbeeld over het gedeelte lijk verkeersvrij maken van wijken en over het aldaar zo veel mogelijk weren van het doorgaande verkeer. Welke maatregelen worden geno men om de zwakkere verkeersdeelnemers te beschermen? Ik geloof dat in Breda de fietser altijd de klos is. Als wij een weg als de Claudius Prinsenlaan nemen, dan zien wij dat de auto's die daarop rijden altijd voorrang hebben, de fietsers op de parallelweg echter niet. Verleden week viel weer een slachtoffer op de hoek Claudius Prinsenlaan/Molen gracht, doordat auto's komende uit de Molengracht, daar voorrang hebben op fietsers die op de parallelweg van de Claudius Prinsenlaan rijden. Misschien kan de wethouder zelf eens op de fiets stappen om de belab berde voorzieningen voor de fiets aan den lijve te ervaren. Op die manier krijgt ik wellicht ook niet van die onbenullige antwoorden over stallings mogelijkheden voor fietsers bij het station. Een andere voorziening voor fietsers die ik mis, is bijvoor beeld het weer in gebruik stellen van het vroeger ook al bestaand heb bende fietspad langs de rand van het Valkenberg. Voorts noem ik in dit verband de openstelling van de straten in de binnenstad voor fiets- verkeer in beide richtingen en het beter regelen van de stoplichten ten behoeve van fietsers, bijvoorbeeld op de route Kennedylaamstation. Naar ik hoop zal dit negatieve beeld van het verkeersbeleid in Breda voor de wethouder aanleiding zijn om ook aan de door mij genoemde onderwerpen aandacht te gaan besteden. In de motie van de heer Geene zien wij niet zo veel, omdat er in deze motie van wordt uitgegaan dat de aanleg van de nieuwe ver bindingsweg ten zuiden van het Mastbos een aanzienlijke vermindering van de overlast op de bestaande zuidelijke rondweg tot gevolg zal heb ben. Het is echter bekend dat een vermindering van de verkeersdrukte ter plaatse met 50% ertoe leidt dat het geluidsniveau van 80 tot 77 decibel zakt. De verlaging van het geluidsniveau is dus bijna te ver waarlozen. Het is een ervaringsfeit in het verkeer dat ook bij aanleg van nieuwe wegen ter ontlasting van bestaande wegen de verkeersdrukte op de oude weg niet veel afneemt. Een meerderheid van onze fracties meent dan ook dat de ingediende motie overbodig is, omdat door de voorgestelde oplossing niet wordt bereikt dat de overlast op de zuide lijke rondweg verdwijnt. Amendement nr. 5 heeft tot strekking de volgende wijzigingen van de begroting: AF: 57. 592,--heggen knippen 100. 000,-- parken temporiseren 52.547,-- uitbreiding sociografische dienst BIJ: 209. 839, -- inspraak binnenstad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1049