105 17 FEBRUARI 1975 kerheid te schenden» Wij streven naar een andere verkeersafwikkeling en een ander tracé door het gehele plan en wij gaan ook proberen in het plan meer woningbouw in te passen» De heer Houben vraagt naar de percentages hoogbouw en laagbouw,, hij spreekt over sociale woningbouw en hij vraagt naar de bevolking die in dit gebied zal gaan wonen» Niemand kan in de situatie waarin wij nu verkeren, waarin wij de raad vragen instemming te betuigen met grove uitgangspunten, zeggen welke percentages hoogbouw, laag bouw of sociale woningbouw in dit gebied zullen worden gerealiseerd» Wij kunnen nu ook nog niet zeggen hoe de bevolking zal zijn samen gesteld» Het bebouwen van een gebied in de binnenstad is niet eenvou dig» De heer Houben gaat er te gemakkelijk aan voorbij dat wij, on danks het subsidie uit de saneringspot, toch nog spreken over grondprij zen van 250, -- tot 300, -- per m2„ Het is ons streven zo goed koop mogelijk en zo leefbaar mogelijk woningsituaties te creëren, maar op dit moment kan bepaald nog niet worden gezegd hoe de wo ningen over de drie categorieën zullen worden verdeeld» Daardoor is ook de tweede vraag, welke bevolking in dit gebied ingepast zal wor den, moeilijk te beantwoorden» Afgezien van het feit dat wij ons nog altijd afvragen of de opbouw van de bevolking in de binnenstad iden tiek kan zijn aan de bevolkingsopbouw van bestaande wijken, moet ik zeggen dat wij, zo lang wij nog met uit de exploitatie-opzet --de heer Houben sprak er ook over en de uitgangspunten zijn, niet kun nen zeggen hoe de bevolkingssamenstelling van deze wijk zal zijn» Bij de algemene beschouwingen hebben wij gezegd; wij kennen de grondprijzen, wij weten dat er gebouwd moet worden en uit deze combinatie komen wij al heel snel in de premie-verhuur terecht» Wij kennen de gevoelens van de raad en vanuit de zojuist gememoreerde uitspraak zijn wij ertoe gekomen de dienst van openbare werken en de initiatiefnemers van het plan, vier bouwbedrijven en het architecten bureau Groosman, te verplichten in contact te treden met de woning bouwverenigingen te Breda om te zien in welke opzet en in welke fi nanciële context dit plan mogelijkheden biedt voor het realiseren van woningwetbouw» Ook deze uitkomst staat niet op voorhand vast, maar het beleid is erop gericht de. zojuist genoemde bouw te realiseren» De heer Houben vindt het ontoelaatbaar dat informaties over dit belangrijke punt de fracties zo merkwaardig moeten worden verstrekt» Ik heb begrepen dat hij links en rechts informatie bijeen heeft gegaard om tot een bepaling van zijn standpunt te komen» Ik moet eerlijk zeg gen dat wij dikwijls falen als het erom gaat informatie te verschaffen en dat het onze bedoeling is informatie niet optimaal, maar maximaal mogelijk te maken» Als de heer Houben eerder dan vandaag -- ik meen dat zulks het geval is -- tot de ontdekking komt dat de informa tie voor hem niet compleet is, is het toch niet zo vreselijk moeilijk in contact met het college te komen om te proberen de gewenste in formatie te verkrijgen» Ik vind het vervelend dat de heer Houben dit constateerde, terwijl hij geen pogingen in het werk heeft gesteld om buiten de raad en de commissie om zijn informaties te verkrijgen» De heer Houben heeft na zijn inleiding een drietal aspecten be handeld, het stedebouwkundig aspect, de sociale aspecten en de ex ploitatie-opzet» Ik wil mijn ergernis naar aanleiding van het betoog van de heer Houben de plaats geven die haar toekomt» De heer Houben noemde het singeltracé, terwijl de heer Brummelkamp met twee alter natieve tekeningen is gekomen» Het moet de raad duidelijk zijn dat op dit gebied een rechtsgeldig bestemmingsplan ligt, dat door de raad is vastgesteld en door g» s„ is goedgekeurd» Dat bestemmingsplan laten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 105