21 NOVEMBER 1975 1060 cludeert daaruit rechtstreeks dat er de laatste jaren weinig is gebeurd, hij praat over het fasenplan en over de rijkssubsidie. Ik ontken dat er de laatste jaren op het gebied van het openbaar vervoer niets is gebeurd. De heer Lambregts kan dat niet staven door middel van het aandragen van de 34 eenheden, die er nu zouden moeten zijnDe doortrekking van de toenmalige veronderstelling van die 34 eenheden is in de eerste plaats gebaseerd op een toenemend inwonersaantal van Breda, dat daar entegen echter relatief duidelijk is achtergebleven. Dat is dus een sto rende factor. In de tweede plaats hebben wij in Breda een nieuw sys teem van belijning ontwikkeld, want u weet dat de verknoping van lij nen ook ten aanzien van het aantal buseenheden besparend werkt. Ik ben het wel met de heer Lambregts eens dat dit een kwestie van conti nue aandacht moet zijn. Gelukkig introduceert hij zelf dat de gehele problematiek van het openbaar vervoer te allen tijde van twee kanten moet worden bezien: de belangen van het openbaar vervoer enerzijds en de enorm hoge kosten anderzijds. Wanneer wij naar de berekening van de heer Lambregts met het aantal buseenheden zijn achtergebleven, is het toch wel bijzonder merkwaardig dat de kosten van het openbaar vervoer in diezelfde tijd autonoom drie maal zo hoog zijn geworden. Ik meen daarom dat de raad zich in dit verband altijd zal moeten af vragen hoe ver wij kunnen gaan. Het fasenplan is een ambitieus plan van de B.B.A.. Het is intern-ambtelijk bekeken en het is op dit moment bovendien bij de werkgroep binnenstad in studie. Ik heb met de directie van de B.B.A. contacten gelegd om hierover te praten en het is onze bedoeling om op korte termijn, door de fases heen en natuurlijk binnen het budget, iets te doen aan verschillende punten die de heer Lambregts terecht aanvoert. Ik denk in dit verband met name aan de aansluiting van de westelijke kant van de binnenstad op het openbaar vervoer alsmede aan de nieuwe situatie in Princenhage, welke aspecten ons naar mijn mening toch wel iets moeten doen. Dit doet echter geen afbreuk aan het feit dat de toe zeggingen op rijksniveau nog altijd onduidelijk zijn. U weet dat er bij motie in de Tweede Kamer een gelijkschakeling van de eigen openba re vervoerorganisaties en de openbare vervoerorganisaties, die in handen van de gemeente zijn, is afgedwongen. Die gelijkschakeling is er nog steeds niet en er bestaat nog geen duidelijkheid terzake, zodat wij daarop vooruitlopend in moeilijkheden zouden kunnen komen. De heer Lambregts heeft concreet gevraagd wanneer met de reconstructie van de Karnemelkstraat een aanvang zal worden geno men. In het aangeboden concept-preadvies over de binnenstad valt te lezen dat wij in deze begroting een claim op de reserves van f500. 000, voor de binnenstad etaleren. U ziet ook in het preadvies dat het college zich voorstelt deze 500. 000, -- in 1976 aan de reconstructie van de Karnemelkstraat en de Houtmarkt te spenderen. De bescherming van fietsers is een waardevol item. Ik acht het van belang het experiment van Tilburg nadrukkelijk te volgen, want ik geloof dat wij daar in de situatie van Breda lering uit kunnen trekken. Ik vraag mij af of de aanleg van fietspaden "sec" in financi eel opzicht een haalbare kaart is. De heer Lambregts heeft een eenvou diger suggestie gedaan, namelijk het aanbrengen van markeringen op het wegdek waardoor de fietser zich in moeilijke situaties wat beschermd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1060