1067
21 NOVEMBER 1975
10. 000.000,--.
De heer Brummelkamp -- het laatste raadslid dat ik mag
antwoorden --is begonnen met opmerkingen over de huurderssituatie
in Breda. Hij zegt dat huurders van gemeentewoningen door het huur-
reglement zijn benadeeld. Ik weet nog niet zo zeker of dat wel zo is,
nog afgezien van het feit dat niet alleen het projectteam Hoge Vucht
maar ook het projectteam huurreglement in zijn ambtelijke preadvise
ring gereed is gekomen. Als men de huurders van gemeentewoningen
vergelijkt met de huurders van andersoortige woningen in Breda, geloof
ik dat de eerstgenoemden niet in het nadeel zijn. Ik kom daar echter
gaarne op terug als wij over het huurreglement praten.
Dat geldt ook voor de klachtencommissie die de heer Brum
melkamp introduceert. Hij zegt dat er een klachtencommissie moet ko
men en dat het initiatief daartoe door de wethouder moet worden geno
men. Ik vind dat eigenlijk bijzonder merkwaardig, want als men de
huurder van gemeentewoningen vergelijkt met de huurder van woningen
in de particuliere sector is de eerstgenoemde -- gelukkig --drie maal
bevoorrecht. Als ik in mijn particuliere huurhuis moeilijkheden heb kan
ik mijn mond houden of ik kan door de knieën gaan en eruit trekken.
Een huurder van een gemeentewoning heeft echter een aantal -- zij
het informele -- mogelijkheden. Als hij er met de dienst openbare wer
ken niet uit komt kan hij naar de wethouder stappen en daarna kan hij
officieel een klacht bij het college indienen. Als dat nog niet genoeg
blijkt te zijn, kan hij ook nog eens een klacht bij de gemeenteraad in
dienen. Er is in ons staatsbestel gewoon een aantal lijnen neergelegd
waardoor de huurder van gemeentewoningen vele malen meer rechtsze
kerheid heeft dan de huurder in de particuliere sector.
Ook ten aanzien van een huurdersvereniging voor gemeente
woningen wordt mij om een initiatief gevraagd. In antwoord op een
vraag, die de heer Crul een aantal jaren geleden heeft gesteld, heb ik
gezegd dat ik tegen een vereniging van huurders van gemeentewoningen
geen enkel bezwaar heb. Ik ben echter van mening dat ik niet degene
ben die het initiatief daartoe moet nemen, want dat staat zo paterna
listisch en feodaal. Als men zich vanuit de basis aaneensluit --ik meen
dat dit een goede kreet is -- zal ik de leden van zo'n huurdersvereni
ging gaarne in een periodiek overleg ontmoeten.
De heer Brummelkamp heeft ook wat opmerkingen gemaakt
over de samenstelling van de begeleidingscommissie van het centraal
registratiebureau. Ik wil de raad in herinnering roepen dat de toenma
lige samenstelling, het statuut en de kredietverlening terzake unaniem
door de gemeenteraad zijn onderschreven, dus ook door de P.v. d. A. -
-fractie uit die raad. Als zodanig heeft er ook van de kant van de par
tij van de heer Brummelkamp een besluitvorming plaatsgevonden die
resulteert in de huidige samenstelling. Ik hoop dat ik één kreet verkeerd
verstaan heb, maar als ik het goed heb gehoord ben ik het er volstrekt
niet mee eens. Ik meen dat de heer Brummelkamp heeft gezegd dat de
bemanning van het C. R. B. met raadsleden en burgers moet worden uit
gebreid om een eerlijker verdeling van de woningen te krijgen. Als het
inderdaad zo is gezegd zou dat mij verschrikkelijk spijten, maar ik heb
gelukkig uit de reactie van de heer Brummelkamp kunnen opmaken dat
het niet zo is. Ik geloof dat de huidige samenstelling goed is. De ver-