1069
21 NOVEMBER 1975
het is geen vorm van een nieuw beleid dat wij dit zullen bevorderen. In
tegendeel, het prentje over de Haagse Beemden dat op het ogenblik
vóór u ligt is daar een voorbeeld van.
Wat het geven van meer aandacht aan de fietsers betreft ver
wijs ik naar mijn beantwoording in de richting van de heer Lambregts.
Tenslotte ligt er dan nog de uitnodiging van de heer Brummelkamp om
als wethouder op de fiets te stappen en de problemen als zodanig te er
varen. Die uitnodiging behoef ik niet te aanvaarden want ik doe het al,
zij het op zondag.
De heer VAN DUUL: De heer Lambregts is op dit moment
niet aanwezig, maar het kost mij helemaal geen moeite zijn taak over
te nemen en dat pleit dan ook voor onze samenwerking. Allereerst heeft
de heer Lambregts de kwestie van het openbaar vervoer aan de orde ge
steld. Het feit dat het aantal eenheden op dit moment niet op het in
het vervoersplan genoemde niveau ligt is volgens de wethouder voor
een deel aan het afnemend inwonertal van Breda te wijten. De wethou
der moet daarbij echter wel bedenken dat dit afnemend aantal over
grotere gebieden wordt verspreid, waardoor de afstanden groter worden.
Ik heb uit de woorden van de wethouder opgemaakt dat hij waar nodig
toch wel iets door het fasenplan heen wil reconstrueren en dat hij dit
fasenplan in ieder geval niet als een gegeven zonder meer accepteert.
Ik ben verheugd over de toezegging van de wethouder, die
eigenlijk ook al in het binnenstadsrapport is opgenomen, inhoudend dat
reeds in het komend jaar een bedrag aan de situatie in de Karnemelk-
straat zal worden besteed.
Wat betreft de fietser in het verkeer heeft de wethouder het
experiment van Tilburg waardevol genoemd. Er zijn nog andere waarde
volle dingen die men ook in andere steden terugvindt. Ik denk in dit
verband aan de markering op het wegdek bij de bewegwijzering Het
is dikwijls en vooral in de avonduren moeilijk de juiste weg te vinden,
alhoewel dit met de verlichte borden een stuk gemakkelijker is gewor
den. Ook dat is misschien een punt van overweging. Men is niet klaar
door ter bescherming van de fietser alleen een markering op het weg
dek aan te brengen. Ik weet dat het in andere steden voor snelverkeer
zelfs verboden is op de gemarkeerde strook te rijden.
In antwoord op de vraag over de openbare toiletten heeft
de wethouder gezegd: "Ik weet het eigenlijk niet." Ik zou bijna zeggen
dat ik het wel een klein beetje weet, want het lijkt mij wenselijk dat
op de Grote Markt, die als centrum van onze stad door vele mensen
wordt bezocht, een openbaar toilet voor de beide seksen wordt gereali
seerd. Het zou natuurlijk mooi zijn als wij de toiletten van openbare
gebouwen mochten gebruiken, maar deze gebouwen hebben het nadeel
dat zij niet altijd open zijn.
Wat de door ons ingediende motie met betrekking tot- de
doortrekking van Rijksweg 58 betreft heeft de wethouder eigenlijk nau
welijks aanleiding gegeven daar nog nader op in te gaan. Ik wil echter
wel even --en dat heeft de wethouder ook gedaan -- op de reactie
van de heer Brummelkamp ingaan. Hij vindt de geluidshinder kennelijk
nogal onbelangrijk in die zin, dat het doortrekken van de Rijksweg naar
zijn mening wel een vermindering van het verkeer doch nauwelijks ver-