21 NOVEMBER 1975 1076 beschikking te stellen. Wij hebben elkaar begrepen en dan is voor mij de kous af; dan beginnen de zakelijke moeilijkheden met betrekking tot de verwerving van dat gedeelte een rol te spelen. Welnu, inzake de realisering van dat punt moeten wij met de partijen rond de tafel gaan zitten. Wij hebben de heer Stemerdink alleen gevraagd ons de metho diek aan te geven, volgens welke te doen gebruikelijk met hem zaken worden gedaan. Die uitnodiging ligt er nog steeds en als er openingen te vinden zijn willen wij de problemen gaarne aan tafel oplossen. Vervolgens uit de heer Beckers de merkwaardige veronder stelling dat de Chassé-terreinen niet door zouden kunnen gaan. Als wij elkaar nu vinden in de 70 en 75 °]o is het naar mijn mening een be- leidsbedoeling van het rijk terzake te gaan handelen. Het enige waar het nog op af kan springen zijn de zakelijke verschillen van inzicht. Dan ontstaat er een andere fase, maar wij hebben zoveel realiteitsbesef wat het binnenstadsplan betreft -- en in het verleden is de politieke uit spraak gedaan dat wij tegen gebruikswaarde kunnen gaan overnemen -- dat wij rekening houden met de overdracht van een stuk van het Chassé - -terrein tegen gebruikswaarde en dat is een aanvaardbaar uitgangspunt voor de exploitatie van woonbebouwing ter plaatse, zeker met het oog op de locatiesubsidie die wij ook nog kunnen gebruiken. De heer BECKERS; Misschien mag ik nog een vraag herhalen. Is het college in het geval de zaak onverhoopt toch niet doorgaat bereid andere prioriteiten te laten vallen om de hoge prioriteit van de woonfunc tie in de binnenstad alsnog te realiseren? Wethouder VAN DUN; Voor alle duidelijkheid zou ik daar nog het volgende op willen antwoorden. Als de politieke wil van de rijks overheid om dat terrein over te dragen er is en als in de Kamer door dit kabinet de politieke uitspraak wordt gedaan dat terreinen in het bezit van de rijksoverheid tegen gebruikswaarde worden overgedragen, kén er geen probleem ontstaan. Wat betreft de theoretische mogelijkheid dat het onverhoopt niet doorgaat ben ik niet in staat te zeggen dat wij de woonbestemming van het Chassé-terrein dan naar elders in de stad zul len "sjoemelen". Het is duidelijk dat wij via de modellenstudie, via de doeleinden en via de uitgangspunten die door de raad zijn onderschreven tot een integrale aanpak van de binnenstad zijn gekomen en dat verdraagt zich niet met de overweging, die cluster woningen zomaar elders te plaatsen. Er is echter wel een andere vraag aan de orde; gaan wij terug naar onze doelstelling en moeten er dan maar minder woningen in de binnenstad komen? Dat is een vraag die wij samen met de raad moeten gaan bekijken. Wij zullen dan met het kleinere aantal woningen instem men hoewel ik het mij bijna niet kan voorstellen --en dat betekent dat de aanpak van een belangrijk stuk van de tot nu toe in de binnenstad gevolgde procedure opnieuw ter hand zal moeten worden genomen. Ik ben echter niet in staat te zeggen dat wij er dan maar een economische of een cultureel-maatschappelijke functie van maken, want dat is niet zonder meer mogelijk. In tweede instantie introduceert de heer Beckers de proble matiek van de Seeligsingel. Ik wil daar heel duidelijk over zijn. Als wij hetzelfde bedoelen gaat het om de gebouwen die de "Midglas" B. V. vrij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1076