21 NOVEMBER 1975
1080
op dit moment niet alleen kan dragen. Het subsidiebedrag, dat toen voor
de peuterspeelzalen te verdelen was, bedroeg ongeveer 45. 000,
Geen bedrag om over naar huis te schrijven en menige speelzaal heeft
dat aan den lijve ondervonden. Door een goed samenspel tussen de
dienst en de peuterspeelzalen is men er desondanks in geslaagd de
45. 000, -- optimaal te verdelen. Nu staat 1976 voor de deur en we
derom dreigen dezelfde problemen als in 1975 te ontstaan. Ook nu zegt
u als college dat de gemeente deze peuterspeelzalen niet voor 100
kan subsidiëren en dat is jammer, want wij spreken hier over een zeer
belangrijk werk. Wij kunnen echter ook begrip voor uw standpunt op
brengen, want als wij de ingediende begroting voor 1976 van de peuter
speelzalen bekijken, zien wij na aftrek van de gemeentelijke en rijks
bijdrage een nadelig saldo van ruim 100. 000, --. Als u nu "ja" tegen
dit bedrag zou zeggen heeft dat natuurlijk ook consequenties voor de
komende jaren, want wij streven uiteraard ook op dit gebied naar een
beleid. Dat betekent ook dat wij ons nu moeten realiseren dat wij over
twaalf peuterspeelzalen met een totaal van ongeveer 450 peuters spre
ken. Op dit moment moeten wij ons tevens realiseren dat wij het aantal
van 450 peuters voor de komende jaren zeker met de factor 4 moeten
vermenigvuldigen en dat wij ook de financiële consequenties daarvan
moeten kunnen en durven aanvaarden. Twee vragen wil ik in dit ver
band toch wel stellen. Wanneer zou blijken dat een peuterspeelzaal in
1976 structureel of financieel de vernieling in dreigt te gaan, is het
college dan bereid om na een onderzoek daadwerkelijk de helpende
hand te bieden? Gezien het enorme belang, ook in de toekomst, van
dit werk zou ik gaarne willen weten of het college bereid is om met in
gang van 1977 middels het in werking stellen van een definitieve rege
ling het peuterspeelzaalwerk ook financieel meer te steunen.
Vooral de laatste jaren moet het ons allen duidelijk zijn
geworden hoe enorm belangrijk het welzijnswerk in al zijn aspecten is
geworden. Het is dan ook verheugend te kunnen constateren hoe voor
treffelijk het jeugd- en jongerencentrum zijn aandeel hierin levert. Wij
kunnen nu reeds stellen dat de interne reorganisatie bij het jeugd- en
jongerencentrum haar vruchten begint af te werpen en als men daarnaast
ziet wat het J. J. C. zichzelf als taak voor de toekomst stelt, is het dub
bel jammer dat de gemeente slechts gedeeltelijk aan de financiële
wensen tegemoet heeft kunnen komen. Nog veel erger was het antwoord
van de staatssecretaris, die onlangs mededeelde dat het rijk eerst in
1977 financieel zou kunnen bijspringen. Dat betekent zonder meer geen
of nauwelijks uitbreiding van de voor ogen staande activiteiten van het
J.J.C.Voor ons gevoel komt het gebaar, dat het J.J.C. ten aanzien
van "de Pluu" maakt, dan ook als nóg belangrijker over. Zij hebben
"de Pluu" namelijk bovenaan de prioriteitenlijst geplaatst, terwijl zij
zeer goed weten dat di t gebaar ten koste van hun eigen dringende wen
sen zal gaan. Vele tegenstellingen verdelen deze raad, maar ik meen
te kunnen stellen dat een open jongerencentrum bij alle partijen hoog
in het vaandel staat. Dat zal ook blijken uit een gezamenlijke onder
steuningsmotie waar de heer Beckers gegarandeerd nog op terug zal ko
men. Wij weten dat er intensieve contacten bestaan tussen uw college
en de initiatiefnemers van "de Pluu" in oprichting. Wij weten ook dat
u alles zult doen om te bekijken of er, ondanks de negatieve reactie