17 FEBRUARI 1975 108 stad van belang is. Wij hebben een schat van ervaring, wij hebben een schat van materiaal, maar de juiste weg hebben wij nog niet gevonden. Als wij weer gaan praten over de binnenstad, als wij weer zaken onder werp van inspraak moeten gaan maken en als wij de burgers willen in formeren, zitten wij met. dezelfde discussie en dezelfde problematiek. Wellicht kunnen wij als gevolg van de opgedane ervaring een wat rech tere weg kiezen dan in het verleden is gebeurd. Tenslotte komt de heer Houben bij de exploitatie-opzet en hij vraagt welke mensen er met plannen voor Leuvenaarstraat-Middellaan bezig zijn. Hij vraagt of het nier gaat om een soort projectontwikke laar en hoe wij aan deze combinatie zijn gekomen. Het gebied Leuve naarstraat-Middellaan ligt naar mijn mening al te lang braak. Wij moeten op een zo kort en deugdelijk mogelijke manier komen tot een bebouwing van het gebied. Op het moment waarop vier aannemers ons vroegen om samen met het bureau Groosman plannen te mogen maken voor dit gebied achtten wij dat een goede zaak en wij hebben daarbij toestemming gegeven, zonder dat wij ten opzichte van dit team ook maar enige verplichting op ons hebben genomen. Wij willen kort na deze vergadering van de raad in het bezit worden gesteld van het pro gramma van actie van deze groep, zodat wij precies weten vanuit welke situatie de bebouwing van dit gebied tot stand zou kunnen komen. Deze groep is aanvankelijk uitgegaan van het oude bestemmingsplan van 1970 en zij heeft ietwat vreemd aangekeken tegen de uitgangspun ten die de raad vanavond zijn voorgelegd. Wij hebben deze mensen ervan kunnen overtuigen dat het naar de mening van het college beter is deze nieuwe uitgangspunten te volgen dan het oude plan waaraan zij tot nu toe bezig zijn geweest. De laatste vraag van de heer Houben luidde waarom de woning bouwverenigingen niet zijn ingeschakeld. Ik heb hem al uitgelegd dat deze wel ingeschakeld zullen worden. Resumerend kan ik de heer Houben zeggen dat zijn wens door gaand verkeer geheel uit de wijk te weren niet overeenstemt met de belangrijke rechtszekerheid in verband met het plan-Koegenboeg. Bo vendien moet het gebied zelf een ontsluitingsmögelijkheid hebben, terwijl er ook een verbinding moet zijn tussen de Lunetstraat en de binnenstad, ook vanuit het achterland van dit gebied Ook is het niet uitgesloten dat bepaalde verkeersvoorzieningen kunnen dienen voor ont lasting van het sirigeltracé. Dit zou met name kunnen gelden voor de smalle Weerijssingel. De vraag naar een groter oppervlak voor woondoeleinden is een kwestie waarop het college moeilijk kan ingaan, omdat er ruimte moet blijven voor reeds gevestigde bedrijven en voor kantoren. De heer Houben vraagt om een zodanige exploitatie dat er ook goedkope wo ningen gerealiseerd kunnen worden. Ik vind dat een goedkope opmer king als men weet dat er grondprijzen van 250, -- tot 300, -- per m2 zijn. Wij zullen ernaar streven de architectuur aan de omge ving aan te passen. Ik hoop dat de heren Van Duijl en Ten Wolde mij niet kwalijk nemen dat ik mij allereerst heb gericht op de opmerkingen van de heer Houben. Hun opmerkingen zijn bepaald niet van geringere impor tantie. Ik ben bijzonder verheugd over het feit dat de fractie van de heer Van Duijl het eens is met het loslaten van het oude plan en ik ben er ook verheugd over dat zij vindt dat zulks mogelijk is. Ik ben blij dat wij een oude situatie, met inachtneming van de nodige rechts zekerheid, op basis van gewijzigde inzichten -- de heer Van Duijl heeft in 1970 al bezwaren tegen het wegtracé naar voren gebracht --

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 108