1099 21 NOVEMBER 1975 besluit -- onder andere sociale uitkeringen -- wordt geconfronteerd. Wij willen uw college dan ook bij dezen verzoeken te komen tot het aan stellen van een functionaris als boven genoemd. De wethouder van economische zaken heeft dinsdagavond bij de beantwoording van de algemene beschouwingen gesteld: "Wij moe ten bij bedrijfsproblemen niet blussen, maar wij moeten aan preventie doen. Dit standpunt van het college kunnen wij volledig onderschrij ven. Het zal u dan ook niet verbazen dat wij, om in die brandweerter men te blijven spreken, de ruimte voor de financiering van de door ons gewenste functie zoeken in een functionele post, namelijk die van de brandweer. Een daartoe strekkend amendement nr. 8 zal u worden over handigd. Zoals eerder gezegd wil ik neg nader op de raad voor de werkgelegenheid terugkomen. De wethouder heeft dinsdagavond ook ge zegd dat op het gebied van de werkgelegenheid een onoverzichtelijke hoeveelheid van elkaar aanvullende en overlappende instellingen be staat en dat het zinloos zou zijn daar op dit moment nog een nieuw in stituut aan toe te voegen. Gezien de rapportage van de regionale raad voor de arbeidsmarkt voor de provincie Brabant ben ik geneigd hem in dit standpunt te volgen. De gemeente Breda heeft eenter ons inziens wel degelijk de middelen om reeds nu een door ons en vele anderen ge wenste raad voor de werkgelegenheid te creeren, niet door het instellen van een nieuw instituut doch door het coördineren van de bestaande in stituten, zoals bijvoorbeeld B. R, I. M. G.A.B., Contactorgaan Werk nemers e. d.Bij deze coördinatie dient dan ook de raad van de gemeen te te worden betrokken. Wanneer de wethouder zich met deze taak zou willen belasten menen wij dat er een coördinatiecommissie zou kunnen ontstaan, die zeker als een volwaardig substituut voor een raad voor de werkgelegenheid zou kunnen fungeren. Uit de door ons met de burgers van Breda gehouden praatavon den met betrekking tot de begroting en wel speciaal over de onderwer pen arbeid, werkgelegenheid en werkzoekenden is ons duidelijk geble ken dat een activerende rol van de gemeente met betrekking tot deze onderwerpen, niet alleen op plaatselijk maar ook op regionaal niveau, sterk op prijs zou worden gesteld. De door ons geschetste coördinatiecom missie of als men wil raad voor de werkgelegenheid, zou daarvoor een goed instrument kunnen zijn. Wat betreft de voorstellen van het college bij de oegroting 1976 zou ik graag de volgende opmerkingen willen maken. Het betreft hier het industrieschap Moerdijk, de V. V. V. het vliegveld: "Seppe" en "het Turfschip" N. V.De in de begroting ingebrachte voorstellen konden vrij niet ondersteunen omdat wij een diepgaand onderzoek mis sen naar de structuren en behoeften van de instellingen en de relatie tot de gemeente. Over "het Turfschip" N. V. hebben wij helaas bij de be handeling van de deelbegroting in de commissie economische zaken geen oordeel kunnen geven omdat dit onderdeel op dat moment volgens zeggen van de wethouder niet meer tot zijn portefeuille behoorde, doch bij het grondbedrijf was ondergebracht. Wij zouden het college met be trekking tot bovengenoemde onderwerpen dan ook de volgende vragen willen stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1099