1103 21 NOVEMBER 1975 maar het is tevens niet nodig het bureau economische zaken uit te brei den met een ambtenaar die zich speciaal met een zekere economische ombudsfunctie gaat belasten. Voor zover het bureau economische zaken bezet is --er zitten twee mensen -- wordt die economische ombuds functie vervuld. Het is nu eenmaal zo dat men voor wat betreft de sig nalen uit het bedrijfsleven afhankelijk is van het moment, waarop men de minder prettige economische situaties bekend maakt. Over het alge meen worden wij daar laat doch redelijk op tijd over geïnformeerd, maar ik kan mij voorstellen dat men dit moeilijk eerder kan doen om dat men dergelijke aangelegenheden eerst intern moet rondbreien, met de vakbonden moet praten en het personeel moet inlichten voordat men de kans loopt uit de vertrouwelijke sfeer te geraken door het gemeente bestuur van een en ander in kennis te stellen. Over het algemeen valt het echter, zeker de laatste tijd, erg mee en krijgen wij redelijk op tijd bericht; in ieder geval voordat het in de krant staat. Ik onderschrijf overigens de opmerking van de heer Van Male, dat wij alles moeten doen om ook de bestaande werkgelegenheid veilig te stellen. U ziet dat ook in het overzicht van verkopen van industrieterreinen, want wij verkopen primair industrieterrein aan bedrijven die al in Breda aanwezig zijn en gewoon uit hun jasje groeien. Procentsgewijze uitgedrukt kan ik constateren dat ongeveer 80 "jo van het industrieterrein aan bestaande Bredase vestigingen wordt verkocht. De kermis ligt op het grensvlak van economische zaken en recreatie, al wordt het intern weer door een andere afdeling begeleid. Ik kan mij de opmerking van de heer Van Male wel voorstellen. Ik heb niet gezegd hem ervan te verdenken dat hij de desbetreffende brief heeft opgesteld, maar ik heb gezegd dat de brief wel erg veel weg had van hetgeen hij zelf had gevraagd. Ik meen alleen dat zijn vraag een andere ingang heeft. Ik zie de heer Van Male al ontkennend schudden, maar ik wil toch even zeggen wat ik kwijt wil. Naar mijn mening was zijn vraag gebaseerd op de behoefte aan een plaats op de Markt dan wel aan de oude situatie van de kermismensen zelf en dat kan naar mijn me ning ook op dit moment gewoon worden ontkend. Nu de vraag van het comité binnenstad, die naar onze mening toch een enigszins andere in gang heeft, is gesteld hebben wij gemeend iedereen daarbij te moeten betrekken die ook maar iets met de kermisplaats te maken heeft. Dat zijn de Marktbonden, dat zijn de middenstanders rond de Grote Markt en dat zijn uiteraard de kermismensen zelf. Het zal ook nog wel even duren voordat hier een concreet resultaat uit voortvloeit en ik meen dat wij daarop niet vooruit moeten lopen. Ik ben blij dat de heer Van Male en ik het eens zijn over zin en onzin van een gemeentelijke raad voor de werkgelegenheid. Ik meen dat wij dit woord nu dan ook maar uit ons vocabulaire moeten schrappen, zodat wij er niet ieder jaar opnieuw over behoeven te praten. Met het sociaal statuut zou ik dat ook wel willen doen, maar ik meen dat wij dat maar moeten laten staan. De heer Van Male vraagt zich af of het niet zinvol zou zijn tot een soort coördinatiecommissie te komen. Wij praten periodiek met het Bredase Industriële Contact, wij praten perio diek met de vakbonden en met het G. A. B.zou het daarom wellicht gewenst zijn deze instellingen samen met de gemeente rond de tafel te krijgen? Ik vind dat een gedachte die het overwegen waard is en ik zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1103