21 NOVEMBER 1975 1106 is gehonoreerd. Men moet in dit verband ook niet voorbijgaan aan het feit, dat de capaciteit van een dienst ook niet alles toelaat. Er dient een bepaalde afstemming plaats te vinden van hetgeen door de bezetting van een dienst kan worden uitgewerkt en dat legt natuurlijk de nodige beperkingen op. Ik onderschrijf de opmerking van de heer Van Dongen dat sport een kwestie van vrije keuze is. Of men nu competitiesport, prestatiesport of recreatiesport bedrijft, de vrije keuze staat voorop. De mens moet zelf kunnen besluiten of hij het één dan wel het ander doet en waar hij dat dan wel wil gaan doen. De heer Lambregts heeft naar de uitbreiding van het sport centrum gevraagd. Dat is één van de projecten die niet in de begroting 1976 zijn opgenomen, maar die wij wel voorbereiden zodat er als er bijvoorbeeld een D.A.C. W. -subsidie af zou komen in ieder geval een project is dat urgent kan worden uitgevoerd. Wij zijn daarmee bezig en wij hebben inmiddels een programma van eisen gereed, dat door open bare werken in centen wordt vertaald. Wij hebben dan althans een plan voor uitvoering gereed liggen. Dit betekent wel aan het adres van de heer Martens dat de uitbreiding naast het sportcentrum wordt gereali seerd en dat het een stukje sportveld gaat kosten. Het is een kwestie van kiezen of delen en de centrumfunctie, die het sportcentrum in Breda vervult, is dermate belast dat het alleszins noodzakelijk is er een capa citeit in dezelfde orde van grootte tegenaan te zetten. Het grote voor deel is dat het erg efficiënt is: men heeft de organisatie, men heeft de kantine-accommodatie en men kan de capaciteit van de hal met een vrij geringe uitbreiding van de personeelsbezetting verdubbelen. Ik wil ook wel eens nagaan hoe met het dammen en schaken in dat sportcen trum zit. Wij hebben een aantal zaaltjes in het bestaande sportcentrum, maar ik heb niet de indruk dat zij nu zo nadrukkelijk voor dammen en schaken worden gebruikt. Het is echter in de huidige situatie zeker mo gelijk, mede omdat dat soort sporten het qua ruimte natuurlijk altijd veel gemakkelijker heeft dan de "echte" sporten, als ik het zo mag zeg gen. Men is gemakkelijker onder dak te brengen. De heer Martens heeft een aantal algemene opmerkingen over de recreatiesport gemaakt. Ik heb het niet helemaal begrepen, maar ik heb niet de indruk dat wij naar een beleid met specifieke recre atiesportaccommodaties toe moeten. Ik denk dat wij een beleid moeten voeren waarbij de sportaccommodaties, die wij aanleggen, ook een re creatief gebruik toestaan, althans voor zover dat ruimtelijk invulbaar en financieel vertaalbaar is. Wij kunnen op die manier tot vormen van gezinsrecreatie komen en krijgen een soort van sportparken, waar men f niet alleen kan sporten maar ook gezellig kan vertoeven en zichzelf re creëren. Als dat de bedoeling is onderstreep ik de opmerkingen van de heer Martens, maar het is bepaald niet onze opzet specifiek op de recre atiesport gerichte accommodaties op te zetten. Ik geloof niet dat dat goed zou zijn. Ik begrijp wel ongeveer maar niet helemaal wat de heer Martens met de sportopbouwwerker bedoelt. Het lijkt mij een vraagstuk dat niet als eerste moet worden beantwoord. Wij doen er naar mijn me ning verstandiger aan het totale voorzieningenpakket in eerste instantie zowel wat de centrale als wat de wijksgewijze voorzieningen betreft zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast pakken wij in stimulerende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1106