21 NOVEMBER 1975
1112
er contacten tussen het ministerie van Onderwijs en C.R. M. zijn en dat
men er over discussieert waar het peuterwerk het beste terecht kan ko
men. Als Onderwijs dan op een gegeven moment het initiatief neemt
wil dat niet zeggen dat Onderwijs er helemaal niets mee te maken heeft.
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Ik heb helemaal niet be
weerd dat Onderwijs er niets mee te maken heeft; ik heb gezegd dat On
derwijs op dit moment 0, 0 in deze sector subsidieert.
De heer HENDRIKSEN: De bemoeienis was 0,0.'
Wethouder VAN GRAAFEILAND: De bemoeienis is 0,0;
zo komt het in elk geval bij mij over. Er bestaat geen enkel misverstand
over dat het vraagstuk als zodanig nog helemaal niet is uitgekristalli
seerd en het wordt hoog tijd dat daar duidelijkheid over komt. Het is
ook bepaald geen principiële kwestie, maar ik acht het wat prematuur
om de aangelegenheid op dit moment over te dragen. In de brief, die
aan de commissie is gestuurd, wordt gesteld dat wij voor 1976 ongeveer
18. 000, -- meer voor het peuterspeelzaalwerk zullen inruimen dan
het bedrag van 46.000, --. Daaruit blijkt al dat het amendement
van 100. 000, -- door mij als niet erg zinvol wordt beschouwd. Ook
moge duidelijk zijn -- dit in antwoord op een vraag van de heer Beckers
dat de gemeente naar mijn mening een principiële taak in het totstand-
brengen van dit werk heeft.
"De Pluu" is een ander interessant item waarmee ik, om
dat het bijna zes uur is, mijn betoog wil afsluiten. Na de maaltijd zal
ik dan nog op enkele andere onderwerpen ingaan. Zoals u weet heeft
de staatssecretaris de subsidieverzoeken om financiële redenen afgewe
zen. Inhoudelijk bestaat er geen enkel verschil van mening over de
rechtmatigheid van subsidie, zowel voor het J.E. C. als voor het J. A.C.
en voor "de Pluu". Daar mag geen misverstand over bestaan. Dat bete
kent dat de gemeente Breda voor 1976 een bedrag van 620. 000, --
ergens anders vandaan zal moeten halen om deze inkomstenpost te kun
nen dekken. Wat dat betreft zal de wethouder van financiën samen met
het gehele college nog voor de nodige moeilijke vraagstukken komen
te staan. Begin januari zal op ons initiati ef een vervolggesprek met
C. R. M. plaatsvinden om te bezien of bijvoorbeeld reeds in 1976 met
een gefaseerde invulling van de subsidie door C.R. M. kan worden be
gonnen en op welke wijze wij dat dan moeten gaan aanpakken. Uit de
verfrissende wijze waarop door "de Pluu" actie wordt gevoerd -- het is
een soort aangepaste flower-power -- zult u hebben opgemaakt dat de
ze aangelegenheid niet alleen bij hen, maar ook bij ons enorm sterk
leeft. De medewerking van J. A. C. en J. E. C. in de vorm van het niet
uitvoeren van hun claims voor de toekomst ten faveure van "de Pluu"
is op zichzelf ook al een verfrissend gebaar dat zeer positief door ons
wordt ervaren. Het gemeentebestuur is ervan overtuigd dat het bijzonder
betreurenswaardig zou zijn wanneer het initiatief van deze mannen en
vrouwtjes de mist in zou gaan doordat het twee of drie jaar duurt voor
dat er iets van de grond kan komen. Wij zullen dan ook al het mogelij
ke doen om te bezien of er in overleg met "de Pluu" op bescheiden wij
ze kan worden gestart en ik hoop van ganser harte dat wij in onderlinge