1115 21 NOVEMBER 197 ter plaatse ook wel Bredanaren, maar voor het grootste gedeelte wordt men er toch omgeven door randstedelingen. De heer CRUL: Wat deze laatste opmerking betreft: de wet houder kan zich in verband met de overloop, die wij misschien te ver werken krijgen, wellicht al enigszins op zijn plaats voelen! Naar aan leiding van hetgeen de wethouder daarvóór zei, zou ik willen vragen of hij ervan op de hoogte is dat er een redelijk uitgewerkt plan bestaat voor openstelling van ae plas. Wethouder VAN GRAAFEILAND: Ik weet dat er ooit een plan netje is geweest, waaraan tamelijk hoge kosten verbonden waren. In de commissievergadering heb ik voorts begrepen --de heer Beckers was daarvan op de hoogte -- dat de gemeente Nieuw-Ginneken een plan heeft om de plas geschikter voor recreatie te maken dan hij op het ogenblik is. In heD in de commissie toegezegd dat ik daaromtrent contact zou opnemen met het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken, teneinde na te gaan hoe de stand van zaken op dat punt is. Voor alle duidelijk heid wijs ik erop dat wij, voor het geval dat Nieuw-Ginneken geen activiteiten onderneemt, niet overwegen dat wèl te doen. Een en ander houdt in dat ik het ongewenst acht om, zoals bij amendementen is voor gesteld, een bedrag van f 280. 000, aan de Galderse Meren te beste den. De heer Beckers heeft gevraagd wat de tarief verhogingen voor 1976 nu eigenlijk opleveren. Deze opbrengst is in totaal f 78. 340, 03- Waar dit bedrag aan wordt besteed, kan men natuurlijk niet zonder meer zeggen. Wij hebben, onder andere door de tariefverhogingen, een hoger budget gekregen dan verleden jaar. Het totale budget wordt voor allerlei uitgaven gebruikt, maar men kan niet expliciet aanwijzen waar elke gulden naartoe gaat, zodat deze vraag niet kan worden beantwoord. De heer Van Dongen heeft een vraag over de onroerend-goed- belasting gesteld, waarmee hij een vrij ingewikkeld vraagstuk aan de orde heeft gestel d. Zoals men weet, is bij de invoering van de on roerend goedbelasting besloten dat deze belasting tevens zou worden geheven van eigenaren en gebruikers van bijvoorbeeld sportaccomodaties. Voor zover hier sprake is van "eigenaren" is het duidelijk dat de dienst jeugd en sport in het geding is, maar gebruikers" kunnen sportver enigingen zijn. Men heeft geheel uitgezocht hoe de situatie voor 1976 nu precies is en aan de hand daarvan nan een verschil in problemen voor de sportverenigingen worden geconstateerd. Het totale belastingbedrag voor gebruikers bedraagt ongeveer f 12. 000, --, maar daarvan kan men slechts een bedrag van f 3. 000, -- expliciet met een gebruiker in ver band brengen. Voor het overige zijn er verscheidene gebruikers of is er een onderhuurovereenkomst, zodat niet precies kan worden aangegeven wie de gebruiker is en derhalve belasting moet betalen, terwijl dat in de systematiek toch nodig is. In dit verband kan men verschillende dingen doen. Men kan tot de conclusie komen dat men dit belastinggedeelte volledig voor rekening van de dienst moet doen komen. Ook kan men de bedragen doorberekenen, in de wetenschap dat zij via de sportstichting dan wel weer zullen worden gesubsidieerd. Mijn persoonlijke voorkeur gaat naar de eerste mogelijkheid uit. Het lijkt mij het beste geen omvang-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1115