21 NOVEMBER 1975
1120
De heer MARTENS: In eerste termijn heb ik een vraag gesteld
over een onderzoek inzake de vestiging van sportaccommodaties in
diverse wijken; op deze vraag heb ik naar ik meen geen antwoord ge
kregen en de wethouder heeft geen toezegging gedaan. Met betrekking
tot de recreatiesport kan ik het wel met de opmerkingen van de wethou
der over een sportopbouwwerker eens zijn. Ik neem aan dat men in dezen
niet op korte termijn tot verwezenlijking kan overgaan, maar ik ben van
mening dat wij ruime aandacht aan de recreatiesport moeten besteden.
In dit verband zou ik de wethouder willen vragen hoe hij tegenover ge
bruikmaking van gemeentelijke accommodaties voor recreatieve sport
staat. Mijns inziens zullen vele verenigingen daar niet gelukkig mee
zijn, aangezien het onderhoud van de gemeente terzake van sportac
commodaties sterk terugloopt
Over het antwoord van de wethouder inzake N. A. C. ben ik
zeer tevreden. Toch wil ik er graag op wijzen dat het gewenst is dat
de commissieleden, indien dit enigszins mogelijk is, in 1976 geregeld
in het bezit van het kwartaaloverzicht van N. A. C. komen. Ik begrijp
wel dat de dienst jeugd en sport op het ogenblik sterk overbelast is,
maar het maakt op mij een enigszins vreemde indruk dat de wethouder
in antwoord op herhaalde vragen in de commissie niet heeft medege
deeld wat hij nu heeft gezegd.
Naar onze mening dienen de inkomsten van het J. A. C. naar
de maatschappelijke dienstverlening te worden overgeheveld. In dat
opzicht ben ik het geheel met de heer Koertshuis eens. Voorts dient
het J. A. C. onzes inziens zo spoedig mogelijk met een beroepskracht
te worden uitgebreid.
Naar aanleiding van de opmerkingen die de wethouder over
de tarieven heeft gemaakt zou ik willen vragen waar de prioriteiten
worden gelegd waarop men deze inkomsten baseert. Als men inkomsten
uit de tarieven heeft, gaat men naar ik aanneem binnen het budget na
waar men hoge prioriteiten legt.
Het verheugt mij dat de motie inzake de Pluu door het college
wordt overgenomen. Uiteraard zullen wij de ontwikkelingen nauwlettend
volgen.
Op enkele vragen met betrekking tot de sportstichting heb ik
naar ik meen geen antwoord gekregen. Ik had gevraagd of het juist is
dat de sportstichting overweegt zichzelf op te heffen en wanneer de
sportstichting als SPAR denkt te gaan fungeren. Voorts meen ik geen
antwoord te nebben gekregen op mijn vraag wat het college denkt van
de in het rapport ontwikkelingsbeleid gedane aanbeveling om de SPAR
in de raadscommissies op te nemen.
De heer VEELENTURF: Allereerst wil ik mijn excuses aanbie
den voor het tempo waarin ik mijn betoog in eerste instantie heb uitge
sproken. Ik zou willen dat ik het tempo van de heer Van Banning haa.
Zoals men echter weet ben ik zelfstandig ondernemer en mijn gejaagd
heid ontstaat doordat men ons altijd achter de broek aan zi tIk heb
dan ook sterk het gevoel dat ik nooit zo oud zal worden als ik er uitzie!
De wethouder heeft terecht gezegd dat wij ons met betrekking
tot de acquisitie in een vicieuze cirkel bevinden. Het college wil graag
bedrijven aantrekken, maar mist de ruimte waarop deze zich zouden