1133 21 NOVEMBER 1975 ad-hoc-beleid doet. Voor ons zijn er op dit ogenblik enkele knel punten in het cultuurbeleid. Het eerste knelpunt wordt gevormd door de "vergeet-mij- nietjes-motie". Wat het comité Monumentenjaar 75 nu eigenlijk gaat doen, is onduidelijk. De raad heeft met unanimiteit een motie aan genomen waarin erop werd aangedrongen voor 1976 snel maatregelen te nemen om het beleid op het gebied van de monumenten te continu eren. Uit een verslag dat ons gisteren of eergisteren is geworden, is gebleken dat het comité nu pas voor het eerst over deze kwestie heeft gesproken en dat de meningsvorming in dezen nog moet plaatsvinden. Er moet zelfs nog informatie worden ingewonnen Dij reeds bestaande stichtingen en verenigingen in het land. Hoewel de raad een gezamen lijke motie heeft aangenomen, hebben wij het gevoel dat wij die motie moeten bewaken. Wij hebben aangedrongen op een tempo dat zou moeten aansluiten bij alle gebeurtenissen die zich in verband met de nota binnenstad voordoen; dit tempo is voor het behoud van de binnen stad onzes inziens van groot belang. Met betrekking tot het monumentenbeleid zou ik voorts willen vragen wat nu eigenlijk het verschil is tussen de taakstelling van de wethouder van cultuur en de taakstelling van de wethouder van open bare werken. Tijdens deze begrotingsbehandeling is daarover in de raad al eerder gesproken, maar het is ons nog steeds onduidelijk hoe nu precies de taakverdeling is. Wij vragen ons dan ook af of het niet logischer is de monumentenzorg naar openbare werken over te brengen. Als er namelijk over monumenten wordt gesproken, is het altijd wet houder Van Dun die antwoord geeft. Vervolgens wil ik iets over de muziekschool zeggen. In het preadvies inzake de binnenstad is ons opgevallen dat er in verband met de muziekschool nogal onduidelijke formuleringen worden gebruikt. De muziekschool is op het ogenblik aan de Haagdijk gevestigd, overigens in een rode buurt waar de fanfares heel aardig kunnen klinken! Wij vragen ons af wat de betekenis is van de uitspraak in het preadvies, in houdende dat de muziekschool daar voor eeuwig zou moeten blijven. Gaarne horen wij daarover wat meer informatie. Over de bibliotheek het volgende. De prioriteit van de sector cultuur ten aanzien van de nieuwbouw kan worden onderschreven, hoe wel wij nog steeds moeite met het bedrag hebben, aangezien dit niet aan andere beleidsprioriteiten te relateren valt. Een onderzoek naar de bouwkundige staat van de schouwburg liefst vóór de volgende begrotingsbehandeling lijkt mij zeer noodzakelijk. Stel je voor dat het élitepubliek van de schouwburg op een gegeven ogenblik met de fundamenten en het toneel in de grond zakt! Een zorgenkind voor de gehele commissie is het museum. Eén van de leden van de commissie, die op het ogenblik niet aanwe zig is, heeft gezegd dat hij dacht dat het bestuur wel onderdeel van de collectie zou uitmaken. Het thans al uittrekken van 30.333, -- per jaar voor dit geldverslindend instituut lijkt ons gezien het volstrekt ontbreken van een relatie met de burgerij te vroeg. Wij stellen dan ook voor dit bedrag van de begroting te schrappen, in afwachting van het formuleren van een nieuw beleidsplan dat met hulp van een ambtelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1133