1135
21 NOVEMBER 1975
De VOORZITTER: U hebt toch geen nieuwe motie ingediend?
U sprak zojuist over een motie, maar ik neem aan dat dit op eén van
de vorige moties betrekking had.
De heer HENDRIKSEN: Ik doelde op de motie inzake de
permanente educatie, die tijdens de behandeling van het onderwijs is
ingediend en waarover ook de heer Visser heeft gesproken.
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Als lid van de commissie van
advies en bijstand voor de bedrijven zou ik graag het navolgende onder
de aandacht van het college van b, en w. willen brengen.
Graag zou ik bij de portefeuille nr. VI tegelijk de punten g,
h en i aan de orde willen stellen.
Vooreerst een woord van welgemeende dank aan alle mede
werkers en medewerksters bij alle gemeentelijke bedrijven voor de
diensten die zij in het afgelopen jaar hebben bewezen, namens de ge
hele C. D. A.-fractie waarvoor ik hier het woord mag voeren.
Met betrekking tot het openbaar slachthuis en de vleeskeurings
dienst zou ik het volgende willen zeggen. Het financieel resultaat in
1975 zal zeker tot tevredenheid stemmen: het zal zeer waarschijnlijk
positiever zijn dan bij de indiening van de begroting voor 1975 werd
verwacht. De thans aan de orde zijnde begroting is gebaseerd op het
beleid dat b. en w. hebben geformuleerd in een brief aan de Bredase
vleesgrossiers van medio 1974. Dit beleid is gericht op continuering
van de exploitatie van het openbaar slachthuis, mits deze exploitatie
door de activiteiten mogelijk wordt gemaakt. Het is een verstandig
besluit geweest in deze begroting niet op basis van vervangingswaarde
af te schrijven. Dit zou immers een te zware financiële belasting voor
onze gebruikers met zich mee hebben gebracht. Wij wachten betere
tijden af. Wij zijn gelukkig met de begrote investeringen waarmee
wordt voorzien in een verdere optimalisering van de varkensslachtlijn.
Ook zijn wij gelukkig met de noodzakelijke investeringen die worden
gedaan om de vervuiling van het afvalwater tegen te gaan vó&r dat
lozing op het riool plaatsvindt. De zeer hoge heffingen voor veront-
reiniging van het oppervlaktewater kunnen op die manier worden
gereduceerd. Deze investeringen zullen ongetwijfeld de gebruikers en
hun medewerkers doch ook onze medewerkers van dit bedrijf in hun
werkomstandigheden ten goede komen. Zonder ook maar enigszins
aan hun doelstelling te tornen of afbreuk te doen moeten wij hiernaar
blijven streven.
In dit verband zou ik de volgende vragen willen stellen.
1. Heeft het college bij het ministerie van landbouw boven
omschreven investeringen aangemeld om in aanmerking te komen voor
bijstand uit het Europese oriëntatie- en garantiefonds voor de landbouw
2. Hebben b. en w. reeds kennis genomen van een tussentijdse
rapportering van de commissie herstructurering openbare slachthuizen
in Nederland? Wat wordt Breda aan investeringssubsidie toegewezen?
3. Is er al iets bekend van het resultaat van de commissie
tarieven aangaande een uniform stelsel van financiering voor onze
vleeskeuring?
4. Straks, na uitvoering van de voorgenomen investeringen,
hebben wij een zekere slachttechnische overcapaciteit. Zal deze door