1137 21 NOVEMBER 1975 tuig in bruikleen ter beschikking. Door dergelijke maatregelen komen wij sneller uit de zorgen. In dit verband de volgende vragen en opmerkingen. 1. Waar blijft de route voor gevaarlijke stoffen over de Bredase wegen Moeten er soms eerst met bedoelde transporten calami teiten gebeuren? 2. Wat is het gevolg van de besluitvorming in de laatste ver gadering van het stadsgewest aangaande deze afdeling? 3. Krijgen wij nog nadere informatie, wanneer de stadsgeweste lijke brandweer operationeel in de praktijk beproefd is? 4. Een constatering inzake het amendement nr. 8. Wanneer wij in 1976 met onze brandweer willen werken in het kader van de ge dachten van de minister van binnenlandse zaken op het gebied van de taak van de brandweer ten aanzien van de algemene hulpverlening, is het terugbrengen van de voorgestelde uitbreiding van zes naar drie man onverantwoord. Voorts wil ik er met nadruk op wijzen dat het ook met het oog op de arbeidstijden en de noodzakelijke aanwezigheidstijd zeer dringend nodig is de door b. en w. voorgestelde maatregelen te treffen, teineinde de overbelasting van het personeel in te perken. Wij zijn ook tegen te veel overwerk en daarom willen wij bij taakverruiming wêl voldoende mensen aannemen. Het amendement nr. 8 wordt dan ook door onze fractie afgewezen. De heer DREEF: Met betrekking tot de uitbreiding van de brand weer werd, voor zover ons bekend is, van een 64-urige werkweek uit gegaan. Na de behandeling in de commissie is het nog steeds 64 uur gebleven. Ik meen dat de uitbreiding van de brandweer op 64 uur in plaats van op 66 uur gebaseerd is. De heer VAN DEN WIJNGAARD: Heeft u van mij gehoord dat het nu 66 uur wordt? De heer DREEF: U pleit voor uitbreiding van de brandweer. De heer VAN DEN WIJNGAARD: Van de tiken van de brand weer! Dan moet u de beschikking van het ministerie van binnenlandse zaken lezen. Die heb ik ook gelezen. Ik kom toe aan enkele opmerkingen over het energie- en waterbedrijf. Dit is een onderneming met vier afzonderlijke bedrijven, elk met zijn specifieke mogelijkheden. Laat ik beginnen met het water bedrijf: dit is het minst arbeidsintensief en fe/ert de grootste bijdrage tot het financiële resultaat van het energie- en waterbedrijf. De waterwin ning is nog voor uitbreiding vatbaar; door uitbreiding van het concessie gebied wordt meer distributie voor het eerst mogelijk. Gelukkig is er al een begin van samenwerking in de vorm van de in 1974 samenge stelde technische werkgroep E. W. B. - Waterleidingmaatschappij Noord- west-Brabant. Laten wij hopen dat dit een aanzet tot intensievere samen werking is. Mijn collega Van Duijl is van deze materie betér op de hoogte dan ik, zodat hij op dit gebied enkele vragen aan het college zal stellen. Het verwarmingsbedrijf functioneert de laatste jaren tot volle

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1137