1139 21 NOVEMBER 1975 Met Casema zijn de meeste Bredanaars dik tevredea zelf zó zeer, dat wij het afgelopen jaar op verzoek van belanghebbenden beperkte uit breiding hebben aangevraagd. Zou ervoor kunnen worden gezorgd dat, Casema gebiedsuitbreiding heeft verkregen, de belanghebbenden snel worden aangesloten? De heer VAN DUIJL: Mijn collega heeft gezegd dat ik beter in het water thuis ben. Wij zullen kijken of dat waar is! Het.overleg dat de gemeente Breda met het Noordwestbrabantse waterleidingbedrijf zou voeren of moet voeren, is in deze raad reeds bij diverse begrotingen aan de orde geweest en ik kan niet nalaten er ook nu iets over te zeggen. Dit overleg is namelijk een bijzonder slepende kwestie geworden, zelfs zó zeer, dat op een gegeven ogenblik een com missie van goede diensten nodig was om het overleg weer enigszins op gang te brengen. Volgens een mededeling van 26 september j. 1. zouden de slepende besprekingen tot een zekere afronding moeten kunnen komen. In verband met de wisseling van president-commissaris bij het Noord westbrabantse bedrijf is deze datum tot 3 november verschoven. Kan de wethouder ons op dit ogenblik over het gesprek van 3 november iets mededelen Heeft het inderdaad plaatsgevonden en zo ja, zijn er resultaten geboekt? De Vereniging van Exploitanten van Waterleidingbedrijven In Nederland -- de V.E. W. I. N. is begonnen met haar taak tot het opstellen van tienjarenplannen in het kader van het structuurschema drink- en industriewatervoorziening 1972. In verband met het eerder genoemde vragen wij ons af of het nog enige zin heeft het hierboven vermelde overleg op gang te houden. Volgens de ons ten dienste staande gegevens met betrekking tot de watervoorziening in Breda is er geens zins sprake van een moeilijke situatie. Het Bredase bedrijf heeft nog volop mogelijkheden tot waterwinning en beschikt voorts over een reserve die Breda s watervoorziening op de middellange termijn waarborgt. Daarnaast is het bedrijf uitermate efficient en doelmatig opgezet, zo dat het zeer rendabel functioneert en jaarlijks een bijdrage aan de al gemene dienst levert. Enkele wijziging kan voor Breda alleen maar nadelige gevolgen opleveren, die op geen enkele wijze kunnen worden gecompenseerd. Tegen deze achtergrond en gezien de feiten komt het ons voor dat er van onze kant geen behoefte aan voortzetting van de slepende onderhandelingen meer aanwezig is. Wél dient onze gemeente in het kader van de structuur van de drinkwatervoorziening in de regio West-Brabant attent te zijn en de ontwikkelingen te volgen. Gaarne vernemen wij de mening van het college op dit punt. De VOORZITTER: Het lijkt mij het beste dat wij -- naar ik hoop voor de laatste keer -- gaan pauzeren. Wij zullen daarna met elkaar overleggen wat er nog te beantwoorden is, ook met betrekking tot de laatste portefeuille. Er is mij gevraagd deze pauze iets langer te laten duren in verband met fractie-overleg dat nog moet plaats vinden. In dat verband meen ik dat de vergadering om tien voor half tien kan worden voortgezet. Ik schors de vergadering. PAUZE.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1139