21 NOVEMBER 1975 1140 De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Wethouder SANDBERG: Hoewel ik voorstander van een geïntegreerd cultuurbeleid ben, geloof ik dat het gezien het tijdstip van de avond prettiger is de materie te scheiden, teneinde de dingen ook voor niet specialisten enigszins bevattelijk te maken. Derhalve zou ik willen beginnen met de opmerkingen die over de bedrijvensector zijn gemaakt. De heer Van den Wijngaard heeft daar een uitvoerig betoog over gehouden, met vele vragen. Hij is begonnen met dank aan het adres van medewerkers, directies etc. uit te spreken. Ik acht mij ont slagen van de plicht om die dank over te brengen: zij zaten er zelf bij en nebben van de gemaakte opmerkingen kennis kunnen nemen. Bij zijn vragen over het slachthuis viel de heer Van den Wijngaard meteen met de deur in huis door te wijzen op een tweetal instanties waarvan wellicht financiële bijdragen voor het slachthuis zouden kunnen komen: het Europees oriëntatie- en garantiefonds voor de landbouw, alsmede de commissie herstructurering. De vraag luidde of wij met betrekking tot de investeringen die wij in het slachthuis doen, onze wensen bij die instellingen al kenbaar hebben gemaakt. Deze twee mogelijkheden zijn inderdaad aan de orde geweest, waarbij wij zeer zorgvuldig hebben overwogen wat nu eigenlijk goed is: bij beide of bij eén van beide. Toen bekend werd dat het E, O. G. F. L. in het bijzonder investeringen in de runderslachtcapaciteit als prioriteit heeft met betrekking tot de varkensslachtcapaciteit spitst men zich op de particuliere slachthuizen toe hebben wij voor de optiek van de commissie herstructurering gekozen, zodat wij ons bij die commis sie hebben aangemeld. De reden daarvan was niet alleen dat wij in Brussel minder respons op onze aanvraag verwachten, maar ook dat door het indienen van verzoeken bij beide instituten wellicht afbreuk aan de uitspraak zou worden gedaan. Op zichzelf is het overigens bijzonder ver heugend dat, nadat de raad het krediet van 0, 75 miljoen heeft goed gekeurd, inmiddels ook reeds De VOORZITTER: Dames en Heren. De aandacht verflauwt enigszins en u bent bovendien bezig met onderlinge vergaderingen. Mag ik u verzoeken voor zover u dat wenst en dat wilt u allemaal --naar de wethouder te luisteren? Ik geloof dat dat goed zou zijn. Wethouder SANDBERG: Het is bekend dat door de raad een krediet van 0, 75 miljoen voor de varkensslachtlijn is goedgekeurd: dat project is aangemeld. Inmiddels hebben gedeputeerde staten dit krediet goedgekeurd, zodat het licht in feite op groen staat. Overigens zijn wij tot de conclusie gekomen dat wij toch nog even met het mini sterie van landbouw in Den Haag moeten gaan praten, want wij kunnen wel gaan beginnen, maar als dan straks zou worden gezegd dat wij pas voor subsidie in aanmerking komen wanneer wij nog niet met de uit voering van een en ander zijn begonnen, zouden wij dat bi zonder be treuren. De directeur van het slachthuis en ondergetekende gaan dan ook de volgende week naar het departement om terzake de nodige inlichtingen te krijgen, zowel met betrekking tot dit project, als met betrekking tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1140