17 FEBRUARI 1975 114 vanavond ter tafel zijn gebracht. Er zijn ons enkele tekeningen voorgeschoteld waarvan wij nog geen weet hadden en het lijkt mij moeilijk om alles nu meteen te over zien, en om te bepalen wat de wijzigingen die hier worden voorgesteld precies inhouden. De heer HOUBEN: De tekeningen hebben alleen ten doel aan te geven hoe het anders zou kunnen. Zij moeten worden gezien als een hulpmiddel om de gedachten te bepalen. De tekeningen zijn dan ook niet bij het amendement toegevoegd, want er zijn nog meer alterna tieven denkbaar. De heer VAN DUULs Uit deze toelichting moet ik constateren dat de tekeningen niets anders inhouden dan het aandragen van een ge dachte. Wij spreken vanavond wel zeer uitgebreid over de invulling van het plan, maar als ik het preadvies lees op de werkelijke vraagstelling gaat het erom of wij bereid zijn de gewijzigde inzichten te honoreren. Ik. geloof dat u als voorzitter zeer soepel bent nu u ons de kans geeft in te gaan op de nadere uitwerking van het plan. In dat kader gezien kunnen de tekeningen van de heer Houben c„s„ bij de nadere uitwer king en detaillering van het plan worden meegenomen, hoewel ik ze op dit moment moeilijk kan beoordelen. Het woongebied dat ruwweg gearceerd is aangegeven bevat geen enkele straat en uiteindelijk zul len de woningen in dat gebied toch ook bereikbaar moeten zijn. Als het gearceerde deel wordt opgevuld met woonbebouwing moeten er straten komen, om de bewoners de gelegenheid te geven langs verschil lende wegen hun woongebied te verlaten. Er ontstaat dan een geheel andere situatie, want dan rijst de vraag hoe de verkeersgeleiding moet worden. Wij weten namelijk uit ervaring dat elk verkeer, zowel auto verkeer, fietsverkeer als voetgangersverkeer -- wij zien het bij de plat gelopen gazons omdat men de hoeken wil afsnijden -- een geleiding nodig heeft. Een nadere invulling van het plan is daarvoor zeer zeker noodzakelijk. De heer Houben heeft het Kashbah-plan in Hengelo genoemd, maar dat lijkt mij een zeer slecht voorbeeld. De heer BECKERS; Wie "De Stem" van afgelopen zaterdag heeft gelezen zal niet de indruk hebben gekregen dat de heer Van Dun en ik het in deze raad altijd met elkaar eens zijn. Helaas kan ik vanavond die indruk niet wegnemen, hoewel ik vind dat vanavond heel wat dui delijkheid is geschapen met betrekking tot de ruimtelijke politiek die door het college wordt gevoerd. Overigens is het mij niet duidelijk geworden op welke punten de heer Van Dun het betoog van de heer Houben beschamend heeft gevonden. Hij zou dat nog nader toelichten, maar hij heeft het niet gedaan. Ik geloof niet dat dat erg belangrijk is, maar uit de wijze waarop de wethouder de zaak afwijst moeten wij afleiden dat het hier om vrij fundamentele verschillen gaat. Opnieuw is het mij vanavond duidelijk geworden -- ik vind dat voor mijzelf van zeer groot belang dat het college zich uiterst pas sief opstelt ten aanzien van een aantal ruimtelijke ontwikkelingen. Het feit dat dit gebied zo lang braak heeft gelegen is een gevolg van een duidelijk gebrek aan visie en beleid van de zijde van het college. Het feit dat star wordt vastgehouden aan belangen van beleggers, dat de projectontwikkelaars eerst nu hun programma van eisen op tafel leg gen, dat het nog niet bekend is welke bevolkingsgroepen hier zullen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 114