1165
21 NOVEMBER 1975
discussie over dit punt uit te stellen, bijvoorbeeld tot op het ogenblik
dat het in de regionale fractie, die wij niet willen doorbreken, in de
commissie voor algemene zaken van het stadsgewest en in het stadsge
west uitvoeriger aan de orde is geweest. Ik vind wél dat men moet
weten dat wij aan twee s oorten vooroverleg doen: een progressief voor
overleg en daarna het regionale fractie-vooroverleg.
Vervolgens enkele opmerkingen over het functioneren van het
stadsgewest. De niet-democratische structuur levert voor ons vrij veel
problemen op. Enerzijds vragen wij ons af of wij moreel wel gerechtigd
zijn zeer belangrijke beslissingen te nemen, als wij weten dat wij ons
democratisch jegens de burgers niet in de juiste structuur bevinden.
Anderzijds willen wij bepaalde ontwikkelingen, die op dit
ogenblik gaande zijn, niet blokkeren. Voorlop ig hebben wij gekozen
voor het zo loyaal mogelijk meewerken aan het uitbreiden van de taken
van het stadsgewest. Op grond van die visie moet ik constateren dat
het stadsgewest niet erg bevredigend functioneert. Er zijn te veel acti
viteiten die ernstige stagnatie ondervinden. Ook bij het stadsgewest is
die situatie reeds aan de orde geweest. Zo ondervindt de regionalisatie
van de S. A. D. ook hier in de raad al genoemd een stagnatie die
langzamerhand tegen het jaar gaat lopen, hetgeen vrij fors mag worden
enoemd. Bovendien zouden op stadsgewestelijk niveau enkele taken
unnen worden aangepakt; dit achten althans zeer velen mogelijk, maar
het beleidsbureau van het stadsgewest heeft eigenlijk geen bemanning
die daarop berekend is. Ook van de zijde van net C.D.A. is dit zojuist
opgemerkt. Op dit punt ondersteunen wij de argumentatie van het
C.D.A. Wij hebben het gevoel dat de politiek die wordt gevoerd iets
te zuinig is en dat de Bredase raad de uitspraak zou moeten doen dat
hij bereid is een grotere bijdrage aan het stadsgewest te leveren, wan
neer deze althans kan worden besteed aan een personeelsuitbreiding
op beleidsniveau die het onderzoeken van nieuwe stadsgewestelijke
taken mogelijk maakt.
De VOORZITTER: Als reactie op de gemaakte opmerkingen
zou ik het volgende willen zeggen.
De heer Kramer dank ik voor zijn bemoedigende woorden,
onder meer ten aanzien van het functioneren van de commissie voor
algemene zaken. Ik geloof dat wij inderdaad in goed overleg wel uit
de problemen kunnen komen.
Er is een vraag gesteld over de commissie openbare orde,
die zoals men weet de burgemeester in zijn functie van hoofd van de
politie over aangelegenheden van openbare orde adviseert. Deze com
missie die vroeger ook al functioneerde, is onlangs opnieuw inge
steld. In de commissie zou inderdaad onder andere de algemene politie
verordening aan de orde kunnen komen. Wij zijn daarmee bezig en
het lijkt mij nuttig en volkomen verantwoord dergelijke dingen, die in
beweging zijn en geregeld moeten worden verantwoord, juist in deze
commissie te bespreken. Overigens wijs ik erop dat een A. P. V. door
de gemeenteraad moet worden vastgesteld, zodat behalve de adviezen
van de commissie openbare orde te zijner tijd ook het oordeel van de
commissie voor algemene zaken zal moeten worden gevraagd.
Met betrekking tot de politie zeg ik de heer Kramer dank voor