21 NOVEMBER 1975
1176
motie van de heer Geene aangenomen, onder aantekening dat de heren
Houben, Jongeneel en Kaarsemaker geacht willen worden te hebben
tegengestemd.
De VOORZITTER: Thans dient de raad te beslissen over de
amendementen nr. 1 t/m 8. Aangaande de orde zou ik willen voor
stellen op gelijksoortige wijze te handelen als zojuist ten aanzien van
de drie moties van de heer Crul is gebeurd.
Aldus wordt besloten.
De heer GEENE: Ik zou over de acht amendementen een stem
verklaring willen afleggen. Wij waren het eens met de opvatting dat
de amendementen bij de behandeling van de afzonderlijke portefeuilles
zouden moeten worden ingediend en aat zij aan het einde van de be
grotingsbehandeling in stemming zouden moeten komen. Ik zou nu dan
ook in algemene zin iets over de ingediende amendementen willen zeg
gen.
Mijn fractie betreurt het dat wij, terwijl de tekst en de voor
genomen indiening van de moties en amendementen reeds geruime
tijd bij de indieners bekend was, eerst ter elfder ure van de inhoud
konden kennisnemen. Wij kennen raadsleden het recht toe staande de
vergadering een motie of amendement in te dienen, maar desondanks
is het in strijd met de ook door Partij van de Arbeid en P. P. R. ge
wenste gang van zaken, wanneer voorstellen indien zij bekend zijn,
pas op het allerlaatste moment worden ingediend. Wanneer van de kant
van het college voorstellen niet in overeenstemming met de termijn,
genoemd in het reglement van orde, worden ingediend, wordt er naar
onze opvattingen terecht door de raad bezwaar gemaakt. Het zal der
halve niet verwonderlijk zijn dat de door de oppositie gevolgde gedrags
lijn bij ons weinig waardering kan vinden.
Tijdens de debatten in deze zaal hebben wij over samenwerking
gesproken en op een gegeven ogenblik heb ik gezegd dat ik het niet
meer mogelijk acht verbetering in de overlegsituatie te brengen. Ik zou
op dit ogenblik een dringend beroep op de heer Crul willen doen: ik
zou het een groots gebaar van hem vinden als hij alle amendementen
zou willen intrekken.
De heer DEES: De amendementen nr. 1 t/m 8 zijn de afge
lopen dagen uitvoerig onderwerp van beraadslaging geweest. Wij heb
ben de argumenten die v&ór verscheidene amendementen pleiten, ge
legd naast de argumenten die door het college tegen de amendementen
zijn aangevoerd. In alle gevallen zijn wij door het college overtuigd,
zodat wij tegen alle amendementen zullen stemmen.
De heer CRUL: Bij de behandeling van de begroting voor 1975
is ongeveer op dezelfde wijze als thans door de heer Geene onder meer
door de heer Van Banning gezegd dat wij te laat informatie aan de
andere fracties hadden verstrekt. Dit jaar hebben wij in feite vanaf
het begin van het jaar aangegeven welke opvattingen wij in de be
groting zouden willen terugvinden. De benadering van de heer Geene
kan derhalve al als een excuus worden gezien, wellicht ook als een uit-