18 DECEMBER 1975 1189 zijn voor de politie aanleiding geweest daarop extra te surveilleren. In een enkel geval heeft dit tot het opmaken van een proces-verbaal geleid. Voor ons zijn genoemde gebeurtenissen aanleiding om bij de komende herziening van de algemene politieverordening ons nog eens te bezinnen of op een meer efficiënte wijze aan de bestaande proble men het hoofd kan worden geboden. Voor wat betreft de kosten van het onleesbaar maken van de door u gesignaleerde bekladdingen en aanplakkingen kunnen wij u mededelen, dat aeze een bedrag belopen van ongeveer 2. 500, --. Het geheel ver wijderen ervan zal een veelvoud hiervan vergen VRAAG gesteld in raadsvergadering d.d. 16 oktober 1975). Mevr. Paulussen: Met betrekking tot de pension verordening in deze maand in de com missie voor openbare werken van de kant van onze fracties reeds ge vraagd of het functioneren van deze verordening kon worden besproken. Toegezegd werd door de wethouder dat dit zou gebeuren. Gezien de noodsituatie zouden wij de voorzitter van de commissie voor open bare werken willen vragen dit punt voor de novembervergadering van de commissie voor te bereiden. ANTWOORD: In verband met de voorbereiding is het niet mogelijk "het functioneren van de pension verordening" in de november-vergadering van de com missie openbare werken aan de orde te stellen. Er wordt naar gestreefd dit punt te agenderen voor de normale december-vergadering van deze commissie, welke is bepaald op 8 januari 1976. VRAAG (gesteld in raadsvergadering d. d. 16 oktober 1975). de heer Beckers: Mijn vraag heeft betrekking op het projectteam Hoge Vucht, waarover wij een aantal weken geleden vragen hebben gesteld, In het bijzonder hebben wij toen gevraagd of het college in de vergadering van vanavond met een preadvies zou kunnen komen. Wij zouden willen vragen waarom dit vanavond niet in de raad is behandeld en waardoor vertraging is op getreden. ANTWOORD: De door de heer Beckers bedoelde vragen (ex artikel 40 lid 2 reglement van de orde gemeenteraad) d. d. 26 september, zijn beantwoord bij schrijven van 13 november 1975 nr. St/2/59280. Een afschrift van dat antwoord is aan alle raadsleden gezonden. VRAAG (gesteld in raadsvergadering d.d. 16 oktober 1975). de heer Beckers:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1189