1196 18 DECEMBER 1975 heden tot het verlenen van vrijstelling van het in artikel 2 bedoelde verbod. Gelet op het voorgaande zijn wij niet voornemens een voor stel tot wijziging van vermelde verordening bij uw raad in te dienen. Ad 4. Naar ons werd medegedeeld is op een desbetreffend telefonische ver zoek door een ambtenaar ter secretarie slechts medegedeeld dat het plaatsen van een draaimolen mogelijk moeilijkheden zou kunnen op leveren. Overigens werd door betreffende ambtenaar terzake verwezen naar de chef-afdeling financiën/belastingen. Bij navraag bleek, dat bij de afdeling financiën/belastingen m. b. t. deze zaak geen verzoek is binnengekomen, terwijl het college terzake ook nimmer een verzoek heeft bereikt, zodat in casu ook geen standpunt is ingenomen. Ad 5. Hoewel weliswaar de formele vergunning - slechts schriftelijk bewijs middel - laat is verstrekt, werd van gemeentewege tijdig medegedeeld - zij het op informele wijze - dat tegen het houden van ae braderie op "De Burcht" geen bezwaren bestonden. Ad 6. Gelet op het vorenstaande kan geconcludeerd worden, dat het college tot dusver alle mogelijke medewerking heeft gegeven tot het organi seren van braderieën e. d. en dient de geschetste situatie allerminst als onbevredigd te worden aangemerkt. Hierbij dient te worden aange tekend, dat wij ons wel te houden hebben aan de bepalingen van de winkelsluitingswet. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt ten aanzien van de ingekomen stukken, genoemd onder C, overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 3. bijlage nr. 376. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VASTSTELLEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN. (B) 4. bijlage nr. 377. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE DE VER VREEMDING VAN ONROEREND GOED. (vD) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achtereenvolgens overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. 5. bijlage nr. 378. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE DE VER WERVING VAN ONROEREND GOED. (vD) De heer IAMBREGTS: Mijn opmerking betreft de ruiling met de fam. Krijnen, punt 5 van het bij dit voorstel behorende overzicht. Door deze ruiling wordt op minnelijke wijze een einde gemaakt aan de reeds jarenlang voortdurende procedure ter verkrijging van het laatste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1196