11 16 JANUARI 1975 huidige situatie is er enige bezorgdheid ten aanzier van de vraag of de technische ingrepen niet bepaalde toekomstige ontwikkelingsmogelijk heden zouden kunnen uitsluiten. Er worden immers bepaalde aanpLan- tingen uitgevoerd waardoor men op deze plaats niets anders meer kan doen. Wanneer men daarentegen nog eens zou kunnen nagaan welke functie het park zou moeten hebben -- zeker in verband met de bin nenstadsplannen die op het ogenblik in ontwikkeling zijn zou men wellicht tot een andere benadering komen. Ik zou graag vernemen in hoeverre toekomstige ontwikkelingen, die in het: "Valkenberg" even tueel een andere bestemming mogelijk zouden kunnen maken, door de uitvoering van de tweede fase van de reconstructie niet meer mogelijk zijn. Mijn tweede vraag is meer van informatieve aard. Het krediet wordt nu pas voor de helft gebruikt zodat er een bedrag van 25, 000, -- resteert en als er een D. A. C. W. -bijdrage wordt verstrekt houden wij zelfs 50.000,-- over. Kan thans iets worden medegedeeld over de besteding van het resterende bedrag Wethouder VAN DUN: Aan dit voorstel ligt ten grondslag het rap port: "Het park Valkenberg" van juni 1972, dat in de toenmalige raad voor kennisgeving is aangenomen. Het is duidelijk dat destijds ten aan zien van het: "Valkenberg" geen besluiten zijn genomen maar dat de wetenschap die in het rapport is neergelegd achtergrond vormt voor de verlening van diverse kredieten. Nadat het krediet voor de eerste fase door de raad is verleend, is thans de tweede fase aan de orde. Naar aanleiding van de vragen van de heer Houben wijs ik erop dat in het rapport een beleidsvoornemen van het college van burgemees ter en wethouders met betrekking tot het: "Valkenberg" is neergelegd. Op de tweede plaats is het duidelijk dat terzake van elke fase een kre dietaanvrage door de raad zal moeten worden gehonoreerd, zodat de raad te allen tijde inzicht behoudt en een afwegingsproces op gang kan brengen tussen hetgeen er gebeurt en hetgeen men wil. De bestemming van het park: "Valkenberg" is bijna duidelijk. Uit de tot dusverre verschenen rapportage in het kader van het binnenstads- onderzoek blijkt mijns inziens dat het: "Valkenberg" de functie van stadspark heeft en blijft houden. In het rapport worden weliswaar uitspra ken gedaan over de determinering van die functie -- ook ten aanzien van recreatieve aspecten maar ik meen dat de raad parallel aan het binnenstadsrapport een en ander later nader kan bekijken. In de eerste en de tweede fase van de reconstructie is vrijwel niets anders aan de orde dan het rooien van zieke of dode bomen en het plan ten van nieuwe bomen. Mijns inziens blijft ten aanzien van het func tioneren van het park: "Valkenberg" elke flexibiliteit behouden, zodat de raad in de toekomst meer toegespitste besluiten kan nemen. De heer Houben heeft erop gewezen dat er een bedrag van 25. 000, overblijft en gevraagd wat daarmee zal gebeuren. Dit edrag kan worden gebruikt als dekkingsmiddel bij een eventueel voor stel inzake fase 3 van de uitvoering van het rapport. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 10. bijlage nr. 10 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTEL LING VAN HET STRAATVERLICHTINGSPLAN 1975.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 11