1206
18 DECEMBER 1975
technische problemen kunnen voordoen, zag mijn fractie voorts graag
dat het college bereid was deze "inspraakcommissie" met een of enige
adviseurs uit te breiden. Wij denken in dat verband bijvoorbeeld aan
architecten.
De aankoop van panden van V. en D. en de activiteiten die ik
hierboven als "verspijkeren" heb omschreven, leggen op de gemeente
lijke begroting een zware claim, met alle risico s van dien. In de nabije
toekomst zullen wij bepaalde activiteiten moeten temporiseren of niet
kunnen uitvoeren. In het besef dat b. en w. al enige maanden met de
voorbereidingen en met de afweging van deze aankoop bezig zijn geweest,
neem ik aan dat er een goede afweging tot stand is gekomen. Persoon
lijk ben ik blij dat de openbare bibliotheek deze prioriteit heeft ver
kregen. Ik mag voorts aannemen dat over deze aankoop overleg met
de Stichting Binnenstad is gepleegd. Wellicht kan van de reacties van
die zijde mededeling worden gedaan, want ik heb deze jammer genoeg
in het voorstel gemist.
De toekomstige vestiging zal ongetwijfeld veel publiek aan
trekken en in deze tijd brengt het aantrekken van publiek tevens een
groei van het verkeer met zich mee. Wij zijn zeer ingenomen met de
plannen om van de benedenverdieping van de panden Nieuwstraat 5 en
7 een openbare fietsenstalling te maken, waarvan ook het winkelende
publiek zal kunnen profiteren. Er zullen echter wellicht ook lezers
zijn die gemotoriseerd een boek komen lenen, met alle problemen van
dien. Wat is de mening van het college omtrent de aan- en afvloeiing
van de daarmee samenhangende eventuele verkeersstroom, alsmede
over de in dat verband noodzakelijke parkeermogelijkheden?
De heer OOMEN: Mijnheer de voorzitter. Via u zou ook ik
tot iemand het woord willen richten: mijn woorden komen dan mis
schien wel terecht. Ik richt het woord tot degene die het geld van de
landelijke overheid voor het bibliotheekwerk beheert, partijgenoot
Meijer, alsmede tot een andere geestverwant van ons, de heer Van
Doom, die naar ik meen op het gebied van financien voor het biblio
theekwerk nogal wat in de melk te brokkelen heeft.
Wij stellen het op prijs dat bij de stukken een uitvoerig finan
cieel overzicht is gevoegd waarin te lezen valt over hoeveel jaar de
financiële consequenties van het bibliotheekvoorstel op de begroting
zullen drukken. Dit is onzes inziens een belangrijk onderwerp, waar
over ik een vraag zou willen stellen die ik ook al in zekere zin van de
andere sprekers heb gehoord maar die ik wat exacter zou willen formu
leren. Voor verbouwingskosten wordt in totaal een bedrag van 1. 898. 890,
opgegeven. Onze vraag is of dit bedrag niet te laag is, want als men
eenmaal gaat verbouwen kunnen de kosten natuurlijk tegenvallen. Als
de kosten hoger uitvallen, moet onzes inziens de raad of de commissie
daaromtrent tijdig worden ingelicht, zodat wij de consequenties voor
de verdere verdeling van het budget op tijd kunnen overzien. Voorts
vragen wij ons af of deze verbouwing niet als D. A. C. W. -project kan
worden aangemeld teneinde de kosten voor de gemeente te verminderen.
In de februarivergadering is bij de behandeling van de beleids
nota inzake de bibliotheek reeds aoor mijn collega-raadslid de heer
Hendriksen op deze materie ingegaan. In aansluiting hierop wijs ik erop
dat wij hopen op een stimulerende functie van de bibliotheek op het