18 DECEMBER 1975
1207
ebied van de voortdurende vorming, de education permanente. Van
elang is daarbij vooral het informatieaspect dat door de bibliotheek
wordt verzorgd. Voorts is van belang de vraag of een aantal groepen
in de bibliotheek een plaats zullen kunnen krijgen. In dit verband
ik zou in dezen gaarne een toezegging van de wethouder horen denk
ik aan actiegroepen die op het gebied van de vorming stimulerende
activiteiten verrichten.
De voornemens met betrekking tot de artotheek, die uit het
voorstel blijken, waarderen wij positief. Overigens vragen wij ons af
of het niet mogelijk is enigerlei vorm van samenwerking met het ge
meentelijk informatiecentrum te realiseren. Misschien is zelfs een
verplaatsing mogelijk, maar dat is natuurlijk een technische kwestie.
De openstelling van de bibliotheek op zaterdag is op dit ogenblik nog
niet volledig verwezenlijkt, maar gezien de in de omgeving van het
nieuwe gebouw aanwezige winkelfunctie zal zij waarschijnlijk wel
tot stand komen. Juist dan zal naar ik meen de voorlichting van de ge
meente aan het publiek gemakkelijker kunnen verlopen. Bestaan hier
over reeds gedachten en zo nee, zou het college de bibliotheekcom
missie willen adviseren er eens over te denken?
Het is verheugend dat de vestiging van de bibliotheek de le
vendigheid van de binnenstad zal stimuleren. Voorts is het verheugend
dat er een fietsenstalling voor het publiek zal komen. In het bijzonder
in de avonduren zal een en ander naar onze verwachting de enigszins
troosteloze situatie in de binnenstad verlevendigen. De sociaal-culturele
functie van enkele gebeurtenissen in de binnenstad zal op een bredere
scala komen, hetgeen wij nuttig achten.
De heer Veelenturf heeft een vraag over overleg met de
Stichting Binnenstad gesteld. Ik heb een aantekening over overleg met
de commissie middenstandsgrootwinkelbedrijven gemaakt en aangezien
ik in de middenstandsorganisatie niet goed thuis ben, is het heel goed
mogelijk dat dit dezelfde organisatie is als de door de heer Veelènturf
genoemde. In ieder geval zou ik willen vragen of er overleg met deze
organisatie is gepleegd. Er komt immers een "plons" van activiteiten
in de binnenstad, waarmee de betrokkenen naar ik meen rekening heb
ben te houden.
Een concrete vraag is nog: wat gebeurt er met de vrijkomende
gebouw en
De fracties van P. v. d. A. en P. P. R. zouden alle lof willen
toezwaaien aan de commissie ex artikel 61 voor de bibliotheek, die
niet alleen door geluk maar ook doordat zij voortdurend attent is ge
weest op de in het Bredase aanwezige mogelijkheden, nu een deel
van haar beleid verwezenlijkt ziet. Overigens is het de vraag of met
het oog op enkele nieuwe feiten het beleidsplan niet zal moeten wor
den bijgesteld. Nieuwe feiten zijn bijvoorbeeld: het nieuwe gebouw
en de consequenties daarvan, de opmerkingen die vanavond in deze
raad worden gemaakt, het toekomstige rapport inzake de education
permanente, de consequenties van de nieuwe bibliotheekwet, alsmede
de nieuwe financiering. Bij dit alles zal mijns inziens vooral moeten
worden gelet op de versterking van het wijkgebeuren, de zorgelijke
personeelssituatie -- die nog zorgelijker zal worden als de bibliotheek
beter wordt gehuisvest -- en de achterstand in het boekenbezit.
Vervolgens wil ik nog enkele kritische kanttekeningen maken.