18 DECEMBER 1975
1213
de capaciteit van de dienst openbare werken van belang is. Wij houden
ons met dit onderwerp bezig en de raad zal erover worden ingelicht
hoe wij te werk gaan. In ieder geval komt er een duidelijke relatie,
hetzij in het kader van correspondentie over het programma van eisen
en controle daarop, het zij door het opnemen van de commissie ex
artikel 61 en mijn collega van cultuur in een bouwteam dat een en
ander straks verwezenlijkt. Persoonlijk heb ik voorkeur voor laatstge
noemde mogelijkheid.
De heer Veelenturf heeft aandacht voor de openbare fietsen
stalling gevraagd. Men zou kunnen zeggen dat dit de eerste fietsen
stalling is die weer terugkomt in de binnenstad, want wij hebben vroe
ger ook fietsenstallingen gehad. Wij moeten ervan uitgaan dat enerzijds
de binnenstad zo bereikbaar mogelijk moet zijn en dat anderzijds deze
bereikbaarheid niet in een redelijke verhouding tot de functie van het
openbare vervoer staat. Op grond daarvan is de fiets het aangewezen
middel, maar om twee redenen moet er dan ook een stallingsmogelijk
heid voor de fiets zijn. Op de eerste plaats zal namelijk het aanbod
van fietsen in de binnenstad in de toekomst groter zijn. De tweede reden
is van zeer praktische aard: op het ogenblik ziet men dat fietsen bij
de uitgroei van de voetgangersdomeinen her en der in de stad verstrooid
raken, maar dat het voor ae politie ondoenlijk is verbaliserend op te
treden als er geen alternatief is. Welnu, ik ben blij dat er nu een eerste
alternatief tot stand zal komen, zodat men de gelegenheid krijgt zijn
fiets te stallen.
De heer Lambregts heeft een vraag over het kort- en langpar-
keren gesteld. Ik heb al gezegd dat het voorstel indringend in het col
lege is besproken, waarbij één van de te overwinnen moeilijkheden de
situering van de bibliotheek in dit pand was. Laten wij eerlijk zijmmen
zou een voorstel kunnen doen waarbij het pand van de bibliotheek be
reikbaar voor het openbaar vervoer en voor de automobilist zou zijn.
Ik heb van mijn collega en van de commissie ex artikel 61 begrepen
dat de functie van de bibliotheek in het winkegebeuren zal worden op
genomen: het kopen van een pond suiker en het halen van een boek bij
de bibliotheek zullen vergelijkbare activiteiten worden. Dit alles houdt
in dat men een situering in het hart van het kernwinkelapparaat moet
kiezen. Men doet daarmee concessies, want het is duidelijk dat uit een
oogpunt van bereikbaarheid voor het openbaar vervoer een situering bij
het Vlaszak idealer zou zijn, maar daardoor zou men weer aan andere
uitgangspunten te kort doen. Er moet een keuze worden gedaan en het
college heeft van ganser harte voor deze vestiging gekozen. Wanneer
deze keuze echter eenmaal gegeven is dit brengt mij op de vraag van
de heer Lambregts -- moet men haar optimaliseren. Dit houdt in dat
wij de verplichting hebben het openbaar vervoer vrij kort op deze
vestiging te enten, waartoe de westelijke lijn van de B. B. A. moet wor
den "aangedikt". Daarover voeren wij mede naar aanleiding van de vra
gen van de heer Lambregts in het kader van de begrotingsbehandeling
onderhandelingen met de B. B. A. Anderzijds houdt het optimaliseren in
dat er ook in de nabijheid van de vestiging moet kunnen worden geparkeerd.
Hierbij doet zich het probleem voor of het besluit dat de raad straks
waarschijnlijk zal nemen, als argument voor de vestiging van een par
keergarage bij V. en D. mag worden gebruikt. Ik meen dat dit onge
wenst zou zijn en niet van een eerlijke gang van zaken zou getuigen.