18 DECEMBER 1975
1219
reeds gevoerd. Wiar wij echter ook over spreken en op wélke plaatsen
in de Hoge Vucht de aanleg van speelstraten ook gewenst zal zijn, naar
ik aanneem zal er, als wij de inspraak in de bestaande blanco situatie
serieus nemen, geen speelstraat in de Veurnestraat komen wanneer alle
bewoners z ich daartegen verzetten.
Ik meen dan ook dat de raad verstandig moet zijn. Het college
zal een discussie met de opbouwraad op ghng blijven houden over de
lokatie van speelgelegenheden, maar aan de niet gewilde situatie in
de Veurnestraat moet een einde worden gemaakt. Met het oog daarop
doe ik om praktische redenen een beroep op de raad om het voorstel
van burgemeester en wethouders aan te nemen.
De heer DREEF: Kan over het ordevoorstel meteen worden ge
stemd?
De VOORZITTER: Dat is inderdaad mogelijk.
De heer TEN WOLDE: Als het tot stemming komt, zou ik
graag een korte stemverklaring afleggen. In de commissie heb ik de
zelfde argumentatie gebruikt als de wethouder nu om een algehele
inventarisatie te vragen. Op dat ogenblik was ik echter niet op de hoog
te van de afspraak die met de opbouwraad was gemaakt. Op grond daar
van zal ik het voorstel van de heer Van Asseldonk steunen.
Wethouder VAN DUN: Voor alle duidelijkheid wijs ik erop dat
er een permanente afspraak met de raad is, inhoudende dat, wanneer
er iets gebeurt, met het projectteam wordt gesproken; in dit verband
herinner ik mij de discussie met de heer Beckers. Het projectteam is
er niet, het voorstel heeft het college bereikt, het college is akkoord
gegaan en het voorstel komt op korte termijn in de raad. Bij ontbreken
van het projectteam spreken wij met de opbouwraad. Terzake van de
lokatie van speelgelegenheden onderhoudt de dienst beplantingen ook
in het komende jaar contact met de opbouwraad Breda-Noord. In over
leg met de opbouwraad worden in Breda-Noord speelsituaties gecreërd.
De VOORZITTER: Ik zie dat de heer Van Asseldonk het woord
verlangt, maar ik meen dat wij reeds in twee instanties hebben be
raadslaagd.
De heer VAN ASSELDONK: Maar de wethouder gaat naar ik
meen op de inhoud van het voorstel in. Het gaat mij echter volstrekt
niet om de lokatie, maar om het netjes proberen te besturen van de
stad. Aangezien ik als raadslid constateer dat er een foutje is gemaakt
door een wethouder die het erg druk heeft, ben ik van mening dat die
mogelijkheid er moet zijn. Het foutje komt op het volgende neer: bij
brief van 7 juli van de gemeente wordt de opbouwraad Breda-Noord
onder andere medegedeeld dat, wanneer het volgende gesprek met de
bewoners van de Veurnestraat heeft plaatsgevonden dit kon niet
eerder plaatsvinden dan in augustus een definitief standpunt zal
worden bepaald. In deze brief staat voorts: "Zodra dit het geval is,
zullen wij u" -- dat is de opbouwraad Breda-Noord -- "nader berichten