18 DECEMBER 1975 1225 zouden ontmoeten. Dit is ook inderdaad gebeurd en bij die gelegen heid is duidelijk gebleken dat er geen compromis was bereikt; ik kom hier straks bij de beantwoording van de vragen van de heer Beckers nog op terug. Aangezien er geen oplossing was bereikt, heb ik gezegd dat het college dan, gehoord de partijen, zelf een beslissing zou nemen. Op dat zelfde moment heb ik echter tegenover beide partijen uiting ge geven van de omvang van mijn voorstel aan het college. Mijn voorstel hield in dat het bestemmingsplan bij de laatste twee kastelenflats" niet geheel ten uitvoer zou worden gebracht, zonder dat overigens het bestemmingsplan zou worden gewijzigd. Ik wilde enkele volkstuinen minder creëren en ervoor zorgen -- men weet heel goed dat het zo is gezegd -- dat er een vergelijkbare situatie als bij de eerste twee 'kastelenflats" zou ontstaan. Er zou tussen de "kastelenflats" en de aan te leggen volkstuinen een bufferzone moeten worden gevormd, waarop men -- ook al mag dat dan niet -- iets met de hond zou kunnen doen of zou kunnen voetballen dan wel marcheren. Vervolgens wil ik iets zeggen -- dit brengt mij op een andere vraag van de heer Ten Wolde -- over de wijze waarop deze uitspraak in de notulering van het gesprek terecht is gekomen. Ik meen dat de bewoners en de deelnemers aan het gesprek recht op een dergelijke notulering hebben. De zojuist genoemde uitspraak is daarin overigens misschien niet geheel juist geformuleerd. Het verslag van 10 novem ber 1975 waarop de heer Ten Wolde heeft gedoeld, diende alleen om de commucicatie tussen de wethouder en de gesprekspartners vast te leggen. In het verslag valt te lezen dat het bestemmingsplan overeen komstig de aangegeven bestemmingen moet worden gerealiseerd, waarbij ter tegemoetkoming aan de bezwaren een groenstrook zal worden ge handhaafd, overeenkomende met die voor de flats aan de Wildenborg- straat. Aan alle partners bij het overleg moet het volstrekt duidelijk zijn dat is ook gezegd dat de situatie ongeveer vergelijkbaar zou worden. Ik heb er zelfs bij gezegd dat men mij niet op een paar meter zou moeten aankijken. Dat weet iedereen die aan het gesprek heeft deelgenomen. Toen wij dit compromisvoorstel hadden gelanceerd, ontstond er een andere moeilijkheid, aangezien men bij de Bredase Amateur tuinders niet geheel tevreden was; men méende namelijk dat nu de be langen van de amateurtuinders werden aangetast. Wij hebben toen ge sprekken met de Bredase Amateurtuinders gevoerd waarin wij de kwestie gezamenlijk hebben bekeken en tot de conclusie zijn gekomen dat wij, als er elders compensatiemogelijkheden zouden zijn, elkaar zouden vinden. De heer Beckers heeft gevraagd of er een raming van de hui dige en de toekomstige capaciteit is. Ik moet erop wijzen dat wij in het laatste gesprek met de Bredase Amateurtuinders volstrekte overeen stemming hebben bereikt over hetgeen er op korte en lange termijn in Breda op het gebied van amateurtuinen zal gebeuren. Als de raad met de thans ter tafel liggende drie voorstellen akkoord gaat, zullen wij met de Bredase Amateurtuinders naar omvangrijke mogelijkheden in Breda-West gaan zoeken. Voorts zal in het plan voor de Haagse Beemden, indien de raad daarmee akkoord gaat, op basis van het pro gramma van eisen naar verhouding van het aantal toekomstige inwoners

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1225