1232
18 DECEMBER 1975
van zowel de dienst sociale zaken als de afdeling bevolking een nood
zaak tot volledig functioneren van beide instituten is. Ook de stimulering
van de werkgelegenheid in de bouwnijverheid maakt deel uit van onze
besluitvorming.
Wij willen echter niet nalaten onze ernstige bezorgdheid uit
te spreken over de grote vermeerdering van de oorspronkelijk geraamde
stichtingskosten. Bij het college dringen wij er dan ook op aan bij vol-
ge nde voorstellen met betrekking tot gemeentelijke huisvesting en
andere gebouwen de benodigde tijd en aandacht aan onder meer de
diverse Kosten te besteden, zodat deze raad niet meer wordt geconfron
teerd met eindbedragen die geen relatie meer hebben met oorspronke
lijk verwachte kosten.
Tot slot nog het volgende. Ik miste bij agendapunt 2 de brief
van het Comité tot behoud van de binnenstad met Detrekking tot de
raampartijen in de gevels. Nogmaals zou ik b. en w. willen verzoeken
de in dit schrijven genoemde problemen in het bouwteam aan de orde
te stellen en aandacht te besteden aan de signalen die uit de burgerij
tot ons komen.
Wethouder VAN DUN: Nu wij in deze raad zeer veel over de
nieuwbouw aan de kop van de Veemarktstraat hebben gesproken, is
het verheugend dat de behandeling van dit belangrijke onderwerp van
avond wat korter kan zijn.
De heer Van Banning heeft gezegd dat het uiterlijk aspect hem
aanvakelijk meer aansprak. Hoewel men over dit onderwerp uren-lang
kan spreken, is de verandering in het ontwerp die nu in het bestek is
verwoord in ieder geval mede tot stand gekomen op basis van inspraak.
In dit verband wijs ik in het bijzonder op de gesprekken met de stede-
bouwkundige adviesraad en met de commissie Veemarktstraat, die ook
een inbreng in het geheel heeft gehad. Terecht constateert de heer Van
Banning dat de samenwerking met de dienst voor de monumentenzorg
van groot belang is, terwijl hij mijns inziens de gevoerde correspondentie
op de juiste wijze opvat. De dienst voor de monumentenzorg gaat met
dit plan akkoord en vraagt om een voltooiing van het object in goede'
samenwerking, waarbij in het bijzonder in het kader van de te gebruiken
materialen een samenspraak zal moeten blijven bestaan. In antwoord
op een vraag van de heer Van Male kan ik zeggen dat de brief van het
comité tot behoud van de binnenstad natuurlijk ter kennis van de
"bouwmensen" en de architect zal worden gebracht. Dat deze brief
niet op de raadsagenda staat, is te wijten aan het feit dat deze agenda
al gereed was voordat de brief van het comité binnenkwam.
De heer Van Banning is enigszins "fiets-minded". Over dit
onderwerp heeft hij ook in de commissie al opmerkingen gemaakt. Een
en ander kort samenvattend, ben ik van mening dat wij in de binnen
stad met drie soorten fietsproblemen te maken nebben; in dit verband
wijs ik ten eerste op de fietsen van de mensen die in de binnenstad wer
ken, ten tweede op de fietsen van de mensen die in bepaalde gebouwen
op bezoek komen en ten derde op de fietsen die in het algemeen door
de bezoekers van de binnenstad worden meegebracht. Het is niet de
bedoeling bi j dit object een fietsenkelder in te richten die vergelijk
baar is met de fietsenstalling die tegenover V. en D. zal worden ge
creëerd. Voor de fietsen van het eigen personeel kan een voorziening
worden getroffen in een loods die gelukkig toevallig ter plaatse aanwe-