18 DECEMBER 1975 1235 Desondanks hebben wij tot de conclusie moeten komen dat wij aan de uitvoering van dit project zouden moeten beginnen. Ik heb er vertrou wen in dat het op een goede manier zal worden uitgevoerd, niet alleen bouwtechnisch, maar ook in financieel opzicht. Ik hoop dat in Den Bosch goed is begrepen dat wij verwachten dat men in D. A. C. W.-ver- band ook het volgens jaar over de brug zal komen. Ik hoop dat er uit de gang van zaken geen internationaal con- flikt voortvloeit! Natuurlijk is het voor mij helemaal geen bezwaar als er hier een Belgisch bedrijf werkt. Men moet mij goed begrijpen: in dit verband denk ik ook aan de Beyerd-Vlaszak. De hoofdzaak is echter dat wij hier met een soort werkgelegenheidsprobleem te kampen heb ben en met het oog daarop ben ik van mening dat wij het meer in de vingers zouden moeten hebben een project hier aan te besteden. Mijns inziens houdt een openbare aanbesteding inderdaad de door de wethouder geschilderde bezwaren in. Ik veronderstel dat de opvattingen die ik in aezen heb uitgesproken door de gehele raad worden gedeeld.. Als dit juist is, lijkt het dienstig dit gevoelen van de raad eens bij de D, A.C. W.- directie ter kennis te brengen en het voorts ook aan de minister door te geven. Het zal mij zeer benieuwen wat de opvattingen zijn die de minister over deze kwestie heeft. Mijn fractie zal dit voorstel gaarne ondersteunen. Zij vertrouwt erop dat ook het fietsenprobleem zal worden opgelost. Dit probleem moet niet alleen aandacht krijgen maar er moet ook een werkelijke oplossing voor worden gevonden. Voorkomen moet worden dat wij, zoals ook el ders in de stad wel is gebeurd, her en der fietsen vinden. Als dat zou gaan gebeuren, zou ik er eerder voorstander van zijn een fietsenstalling aan te leggen in plaats van een passage waar iedereen zijn nek over de fietsen breekt. Wij verwachten dat het college hier een goede oplos sing voor zal vinden. Wethouder VAN DUN: Het fietsenprobleem móet worden opge lost en ik roep daar op voorhand de medewerking van de heer Van Ban ning in, aangezien hij eveneens lid van de commissie gemeentelijke huisvesting is. De bezorgdheid over de D. A. C. W. - subsidie hebben wij naar ik meen in een vorige raadsvergadering gezamenlijk op tafel ge legd. Wij hebben correspondentie gevoerd om de voortgang zo stern mogelijk te maken en van het provinciaal bestuur hebben wij begrepen dat wij goede verwachtingen mogen hebben. Verder gaat het niet. Als de heer Van Banning ons namens de raad vraagt de directie van het D.A.C. W. op de hoogte te stellen van hetgeen er over de aanbesteding en de plaats waar gelden voor de werkgelegenheidsbevordering terecht komen is gezegd, kan ik naar ik meen toezeggen dat wij die uitnodiging graag aanvaarden en dit bericht aan het D. A. C. W. en minister Boersma zullen overbrengen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 20. bijlage nr. 406. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VOTEREN VAN EEN- AANVULLEND KREDIET VOOR DE NIEUW-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1235