1246
18 DECEMBER 1975
was.
De VOORZITTER: Ik neem aan dat u daarvan even goed of
misschien zelfs beter op de hoogte bent. Er staat over het bestemmings
plan iets in het voorstel, maar ik heb daar niet over gesproken omdat
ik dat bekend veronderstel. Ik zou mij kunnen voorstellen dat het
vraagstuk in de commissie algemene zaken aan de orde is geweest en
ik wijs erop dat u lid van die commissie bent, terwijl ik bij de daar
gehouden besprekingen niet aanwezig ben geweest. Mijns inziens mag
worden verondersteld dat u hier minstens evenveel van weet, als het
niet meer is.
De heer CRUL: Wat u aanneemt zou dat resultaat hebben maar
dat is helemaal niet het geval. Ik zou dan ook in tweede instantie nog
een vraag willen stellen, te meer daar ik geloof dat de heer Van Dun
nog in dit gebouw is. Het bestemmingsplan is een belangrijk punt,
vooral ornaat de ter tafel liggende verordening nog geen rechtskracht
heeft en er misschien nog wel allerlei haken en ogen aan zitten. Nu is
de belangrijkste vraag deze is in de commissie algemene zaken
onvoldoende besproken omdat ook daar de voorzitter niet voldoende
van de materie op de hoogte was -- welke mogelijkheden er verder
zijn. De mogelijkheid van een voorbereidingsbesluit is wel genoemd,
maar is verder in de lucht blijven hangen. De ter tafel liggende ver
ordening is voor Ginneken van groot belang en het is ook belangrijk
dat er omtrent het bestemmingsplanaspect meer duidelijkheid ontstaat.
Misschien kan de heer Van Dun even naar boven komen-, ik geloof dat
hij met de heer Dees ergens over aan het praten is, maar wellicht kan
hij daar eventjes gemist worden zodat hij hierover nog enige uitleg kan
geven.
De opmerkingen over de vrijheid van de onderneming, waar
over ook de voorzitter heeft gesproken, zijn mijns inziens niet buiten
de orde. Door deze verordening worden inderdaad beperkingen aan de
vrije ondernemer opgelegd. De heer Kramer heeft gezegd dat alleen
in zijn fractie door eén persoon het vóór en het tegen kan worden ver
woord, maar ik geloof dat dat in alle fracties gebeurt, zodat het geen
privilege van het C. D. A. is. Dat het nog steeds kan, is misschien wel
éen goede constatering. Overigens is, als men over de wijze waarop
men de vrije onderneming moet benaderen spreekt, een principieel
onderwerp aan de orde waarover men verschillend kan denken. Over
een zo principieel onderwerp moet men mijns inziens als politicus een
standpunt hebben. De standpunten kunnen verschillend zijn, maar als
er in êén^groepering -- dat kan even goed bij ons als bij het C. D. A.
zijn zo verschillende standpunten over principiële onderwerpen be
staan, is het de vraag of dat lang stand houdt. Daarop kwam de vraag
aan de heer Kramer neer. Hij is er wat wazig over gebleven, maar
dat is niet zo erg.
Vervolgens iets over de binnenstad en hetgeen tijdens de
STAR-hearing te berde is gebracht.
De VOORZITTER: Overigens is nu niet het binnenstadsplan
aan de orde, want dan kom ik helemaal in moeilijkheden!