127 17 FEBRUARI 1975 zinvol is dat er een waterschap West-Brabant bestaat. Wethouder BROEDERS: Ik zal niet ingaan op de opmerkingen over de goede zaak die door Breda is aangepakt, maar ik wil kort enkele opmerkingen maken. De heer Crul heeft gesproken over de goedkeuring van de rente bijschrijving door gedeputeerde staten, maar dat is volgens hem niet uit formele besluiten af te leiden. Men heeft echter wel de begrotingen goedgekeurd waarin de methodiek is gehanteerd en volgens de heer Crul blijkt daaruit een indirecte instemming met het beleid. Dat lijkt mij juist. Als wij deze kwestie aan de Kroon voorleggen bestaat het risico dat Breda ongelijk krijgt. Als wij echter op dit moment besluiten het verlies te accepteren, weten wij zeker dat wij het risico geheel moe ten dragen. Wij kunnen ook nog langer blijven stoeien met het water schap, met als gevolg dat de verschillen steeds groter worden, zoals men uit de bijgevoegde berekeningen zal kunnen afleiden. Zulks houdt verband met de rentebijschrijving en het achterwege laten van afschrij vingen, Op een staatje dat bij het voorstel is gevoegd blijken de ver schillen duidelijk. De vraag over de exploitatiekosten heb ik waarschijnlijk niet he lemaal goed begrepen. De heer Crul spreekt namelijk op een bepaald moment over beleidsfouten en ik moet u zeggen dat ik die opmerking niet erg goed weet te plaatsen. Op een bepaald moment hebben wij gezegd dat wij, als wij de eigen installatie zouden mogen exploiteren of als wij de bevoegdheid zouden hebben tot heffing van een bijdrage overeenkomstig de heffingen van het waterschap, waarschijnlijk niet in de eerste jaren, maar zeker op langere termijn goedkoper kunnen werken dan het waterschap. Dat is een gevolg van het feit dat bij het waterschap vele problemen tegelijk aan de orde komen, Moerdijk- -Waarde is zo'n geval, de kosten van nieuwe werken, de dure voorzie ningen voor de kleine kernen en dergelijke hebben tot gevolg dat vol gens de berekeningen de kosten bij het waterschap bijzonder hoog zul len zijn. Men zal hebben gelezen dat de begroting van het waterschap nu al niet wordt goedgekeurd, want het waterschap zou nu al moeten komen tot een heffing van f, 27, -- per inwoner-équivalent om de uit gaven van de begroting te kunnen opvangen. Het waterschap meent dat de heffing 20, -- zou moeten bedragen en dat er extra voorzie ningen van de zijde van het rijk zouden moeten komen. De normale exploitatiekosten van Breda komen zodanig uit dat wij de installatie goedkoper kunnen exploiteren. Hieraan kleven nogal wat bezwaren; ons ontbreekt de heffingsbevoegdheid, want dit past niet in het beleid waarin in West-Brabant de zuivering van het afvalwater aan een water schap is opgedragen. Wat dat aangaat staan wij dus met de rug tegen de muur. Als wij het zelf zouden kunnen en mogen doen zouden wij op de lange duur met eigen exploitatie beter uitkomen. Als de Kroon ons in het ongelijk stelt zitten wij in de verdom hoek, want dan betalen wij mee voor geheel West-Brabant en daar naast moeten wij het bedrag dat wij niet innen op de één of andere wijze ten laste van de Bredase samenleving brengen door het heffen van hogere lasten of het uitvoeren van minder activiteiten. De heer Crul is van mening dat wij daarmee nu al rekening moeten houden door in de begroting een reservering voor renteverlies in te bouwen. Het lijkt mij verstandig daarover nu geen uitspraak te doen, want deze kwestie kan in de commissie voor financiën worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 127