129 17 FEBRUARI 1975 le kanten is bekeken. Wij hebben ook bij anderen ons oor te luisteren gelegd. Een eigen exploitatie, waarover ik vroeger ook al heb gespro ken, vind ik voor de toekomst niet meer aanwezig. Ik zie er geenmoge- lijkheden meer in. De beslissingen en voorstellen zijn naar mijn opvat tingen en naar de opvattingen van mijn fractie de enige, juiste. Ik heb in eerste instantie al gevraagd voorbereidingen te treffen om zo snel mogelijk een verzoek tot de Kroon te kunnen richten en de zaak daar voor te leggen. Ik zou voorts willen vragen om bij die stuk ken en bij de overwegingen die de stukken zullen vergezellen ook de notulen van deze vergadering te overhandigen, opdat het gevoelen van de raad zeer duidelijk tot uitdrukking kan komen. De heer CRUL; Er behoeft geen misverstand over te bestaan dat de fracties, namens welke ik spreek, de positie van Breda in dit geschil zoveel mogelijk willen versterken. Net als de heer Van Banning staan wij geheel achter de poging van het college en wij willen die poging krachtig ondersteunen. Het gaai ons om het verkleinen van de risico's die eventueel kun nen bestaan. Wij zijn het namelijk niet eens met uitlatingen van de heren Broeders en Van Dun waaruit blijkt dat gedeputeerde staten ons de uitzonderingspositie niet zouden toekennen. Die mogelijkheid be staat en wij geloven ook dat er in deze kwestie bij gedeputeerde staten een verantwoordelijkheid moet worden gelegd. De precedentwaarde, die door de heren Van Banning en Suurmeijer eveneens is genoemd, moet niet worden onderschat en daaraan behoeven ook geen beperkin gen te worden opgelegd. Wij menen dat er bij gedeputeerde staten, als gevolg van hun opvattingen over deze kwestie, een zekere verantwoor delijkheid voor een goede afwikkeling bestaat en wij menen ook dat gedeputeerde staten daarvoor nu en in de toekomst goede mogelijkhe den zullen moeten scheppen. Wij stemmen zonder meer met het voorstel in, maar wij zouden er graag een rol voor gedeputeerde staten aan toe willen voegen. Wij komen daartoe vanuit onze argumentatie in eerste instantie, die door de andere partijen in deze raad wordt onderschreven. Wij willen, om de zojuist genoemde rol van gedeputeerde staten aan het besluit te koppelen, een zinsnede aan het besluit toevoegen. Daarnaast willen wij via een motie aangeven welke rol g, s, toebedacht wordt. Als amendement dient dan aan het besluit te worden toegevoegd "de overdracht wordt herroepen, resp, het beroep wordt ingetrok ken, indien na overleg met g, s,het waterschap en de gemeen te tot een andere afwikkeling van de rioolwaterzuiveringsinstalla tie-kwestie wordt besloten", In de motie willen wij het college uitnodigen g, s, te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de overname en de zaken die daarbij betrokken zijn en ons, naar aanleiding van het onderzoek, te adviseren over de door g, s, meest gewenste afwikkeling voor dit moment en voor de toekomst. Nadat het advies is ontvangen kunnen in de commissie en naderhand in de raad besluiten tot verdere stappen worden genomen. Wij zijn van mening dat wij op die manier tot een juiste beslis sing komen. Wij stellen duidelijk vast dat onze vraagprijs een juiste prijs is en daarover dient de Kroon een beslissing te nemen. Wij dragen beheer en exploitatie aan het waterschap over en via de motie en het amendement leggen wij een duidelijke verantwoordelijkheid bij g, s„ in de. huidige situatie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 129