131 17 FEBRUARI 1975 Wij hebben uitdrukkelijk gezegd dat wij het voorstel van het col lege onderschrijven en er ontstaat dan ook geen enkel tijdverlies. De procedure kan gewoon voortgang vinden. De motie en het amendement zijn bedoeld om naast de procedure die wij bij de Kroon willen aanspan nen g. s. op hun verantwoordelijkheid te wijzen en daar de resultaten van af te wachten. De heer VAN BANNING: Mijn fractie kan de gedachtengang van het college alleszins volgen. Wij hebben namelijk ook in overweging genomen wat op pagina 5 staat, namelijk dat u in beginsel overeen stemming heeft bereikt en dat die overeenstemming is opgenomen in het voorstel. Als wij een beroep doen op g. s. ben ik ervan overtuigd dat g. s. alleen de mogelijkheid hebben de opvattingen van provinci ale staten te volgen, namelijk de rioolwaterzuivering onder te brengen bij het waterschap en eventueel daarna overleg te plegen. Ik heb waardering voor de motie en het amendement omdat ik daaruit voel dat de P.v. d. A. en de P. P. R. het volslagen met ons eens zijn, maar dat zij naar wegen zoeken om de positie van Breda zo sterk mogelijk te maken. Mijn fractie is er evenwel van overtuigd dat door motie en amendement onze positie wordt verzwakt. Als wij de overwegingen van het college volgen en onze eigen overwegingen daaraan toevoegen, moet ik u zeggen dat wij niet met de motie en het amendement kunnen instemmen. Wij zijn erg geluk kig met de stellige uitlatingen van de fracties met betrekking tot uw voorstel. Als wij het juist achten dat g.s. weten wat hier leeft, wellicht ook omdat de Kroon in Den Bosch adviezen kan inwinnen, lijkt het juist alle overwegingen niet alleen aan de Kroon, maar ook aan gede puteerde staten te zenden. Mevrouw J3GER-MIDDELBEEK: Ook onze fractie is van mening dat het voorstel van de heer Crul een verzwakking van de positie van Breda kan inhouden. Wij willen geen onnodige risico's lopen en wij geven er daarom de voorkeur aan de beslissing over te laten aan de Kroon. Wij zullen de motie en het amendement dan ook niet steunen. Vervolgens wordt het amendement van de heer Crul c. s. in stem ming gebracht en met 22 stemmen tegen en 14 stemmen voor verwor pen. TEGEN stemmen: de heren Ten Wolde, De Raaff, Lambregts, mevrouw Van Rooij, de heren Sandberg, Visser, Goos, Van Duijl, Eissens, Van Dongen, Broeders, Taks, Suurmeijer, Koertshuis, Van Banning, Van Graafeiland, Veelenturf, Kramer, mevrouw jager en de heren Geene, Van Dun en Gielen. VOOR stemmen: de heer Crul, mevrouw Stutterheim, de heren Welschen, Jongeneel, Kaarsemaker, Oomen en Hendriksen, mevrouw Paulussen en de heren Houben, Dreef, Van Male, Beckers, Brummel- kamp en Martens. Niet meer relevant zijnde wordt de motie van de heer Crul c. s. als vervallen beschouwd. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 131