144
13 MAART 1975
De VOORZITTER: Ik meen dat in dit voorstel een correctie moet
worden aangebracht, misschien wil wethouder Van Dun daar medede
ling van doen.
Wethouder VAN DUN: De achtergrond van het voorstel is een ad
ministratieve verwerking. In het voorstel zit de volgende schoonheids-
fout: in het concept-besluit staat dat de raad een krediet van
1. 452. 546, -- beschikbaar stelt, waarin blijkens de specificatie op
blz. 1 een bedrag van 600. 000, -- voor grondkosten reconstrutie
Tram- en Gas'brug begrepen is, terwijl het evenwel niet nodig is dat
de raad laatstgenoemd bedrag in zijn besluitvorming betrekt. Het in
dertijd gevoteerde krediet voor de Tram- en Gasbrug omvatte name
lijk ieeds mede dit bedrag. Bij dit agendapunt dient derhalve een kre
diet van 1. 452. 546, -- minus 600. 000, -- beschikbaar te worden
gesteld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het al
dus gewijzigde voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
9. bijlage nr. 76
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET TREFFEN VAN
DE NODIGE REPARATIES AAN HET PAND CERESSTRAAT 41.
De heer TAKS Zoals uit dit voorstel blijkt, is het pand Ceresstraat
41 in maart 1974 gekraakt en na rechterlijke tussenkomst op 17 juni
van dat jaar ontruimd. Ons is nu gebleken dat het pand kort geleden
weer door krakers in bezit is genomen. Het is bekend dat het college
steeds een zeer grote soepelheid aan de dag heeft gelegd wanneer er
gekraakte slooppanden in het geding waren. Dit beleid heeft de instem
ming van de V, V. D.-fractie, dergelijke panden vervullen geen func
tie meer en door tijdelijke illegale bewoning wordt geen enkel belang
geschaad. Het kraken evenwel van niet voor de sloop bestemde panden
Beschouwen wi] als een hoogst ongewenst verschijnsel dat voor het
huisvestingsprobleem niet meer dan een schijnoplossing biedt en dat
bovendien in ernstige mate schade kan toebrengen aan de belangen van
de eigenaar van het gekraakte pand, die, zoals in dit geval, lang niet
altijd als een speculant in onroerend goed kan worden aangemerkt. Uit
de omstandigheid dat dit pand nu ten tweeden male is gekraakt blijkt
dat het niet mogelijk is langs civielrechtelijke weg doeltreffend tegen
het kraken op te treden. De krakers "volgen elkaar op na ontruiming
staat een nieuwe groep krakers al klaar om tot actie over te gaan.
Omdat artikel 138 van het Wetboek van Strafrecht, dat huisvrede
breuk strafbaar stelt, niet hanteerbaar is wanneer het kraken van leeg
staande panden in het geding is, bestaat naar onze mening dringend be
hoefte aan aanvulling van het Wetboek met een bepaling waarbij het
kraken als zodanig strafbaar wordt gesteld. Wij huldigen dit standpunt
niet zozeer omdat wij behoefte aan bestraffing van het kraken zouden
hebben: dit zou in deze tijd van depenalisatie bepaald niet op zijn
plaats zijn. Het gaat er ons vooral om dat een dergelijke strafbepaling
de mogelijkheid opent om de krakers met politiedwang te verwijderen,
zodat de eigenaar in de vrije beschikking van zijn goed kan worden
hersteld, op een snelle wijze die doeltreffender is aan via een civiele
ontruimingsprocedure mogelijk is.
Een wetsontwerp waarmee wordt beoogd deze lacune in het Wetboek