147 13 MAART 1975 De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. De opvatting van het college van b, en w. zal worden vertolkt door wethouder Van Dun. Wethouder VAN DUN: Namens het college zou ik willen constate ren dat er in de motie een enigszins merkwaardige zinsnede voorkomt. In de derde alinea staat namelijk "gehoord de beraadslaging over het voorstel van burgemeester en wethouders tot het beschikbaarstellen van een krediet voor het treffen van de nodige reparaties aan het pand Ceresstraat 41". Wij hebben deze beraadslaging gehoord: er is door de raad niets gezegd, zodat het college op voorhand graag wil constate ren dat de raad met het voorstel akkoord gaat! Daarnaast heeft de heer Taks een motie ingediend, waarvan hij de inhoud heeft toegelicht en die door een aantal andere raadsleden van commentaar is voorzien. Het college zou aan de motie een be paalde interpretatie willen geven, die wellicht een bijdrage kan zijn tot een eventueel zo nodig in tweede termijn te voeren debat. De raad weet dat het college in Breda een bepaald "kraakregime" hanteert, inhoudende dat het college gevallen van kraken gedoogt, behalve in twee situaties. De eerste situatie is dat het gekraakte pand voor de uit voering van bepaalde plannen nodig is, zoals hier het geval is; ik denk bijvoorbeeld aan het verhuren aan derden en aan het uitvoeren van een bestemmingsplan. De tweede situatie doet zich voor als het pand uit bouwkundig oogpunt gevaren oplevert. Zolang niet één van deze twee uitzonderingsgevallen aan de orde is, gedoogt het college het kraken van panden. Het college heeft begrepen dat de heer Taks nu heeft betoogd dat de gemeente over te weinig instrumenten beschikt om in de twee ge noemde uitzonderingsgevallen maatregelen te nemen. Voorlopig be schikken wij slechts over de civielrechtelijke procedure. Ik heb begre pen dat de heer Taks bij wijze van voorbeeld op het pand Ceresstraat 41 heeft willen wijzen. Dit pand is gekraakt, terwijl wij het nodig had den, er kwam een civielrechtelijke procedure, de toenmalige krakers werden verwijderd en krachtens een soort "erfopvolging" waren er ver volgens weer nieuwe krakers in het pand aanwezig. Wanneer ook uit hoofde van het strafrecht in de twee genoemde gevallen maatregelen tegen krakers zouden kunnen worden getroffen, zo heeft de heer Taks naar ik meen betoogd, zou het college van meer gereedschap om te kunnen optreden zijn voorzien. Als dit de bedoeling van de indieners van de motie is, heeft het college tegen de motie geen overwegende bezwaren. De heer CRUL: Ik herinner mij nog de discussie tijdens de begro tingsbehandeling met de heer Dees. Uit de aanpak die de heer Taks in dezen namens de V. V. D. ten toon spreidt blijkt dat de V. V. D. nog steeds dezelfde opvattingen huldigt. Als er dingen aan de orde zijn die niet direct in de belangenbehartigingssfeer van de V. V. D. liggen, waarmee ik -- de heer Taks heeft dat ook uitdrukkelijk gezegd -- niet de beleggers bedoel, dan wordt er een ander standpunt ingenomen. Op zulke ogenblikken wordt vaak geen menselijke benadering gegeven: ik heb dit destijds ook tegen de heer Dees gezegd, die er toen een beetje boos over was. Er wordt eigenlijk bevestigd dat dergelijke opvat tingen bij de V. V. D. bestaan. Het is een uitgemaakte zaak dat de groeperingen die op dit ogenblik met woningnood of daarmee vergelijk bare problemen te maken hebben, worden gevormd door de economisch zwakkeren, die ook op grond van onze politieke opvattingen de meeste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 147