149
13 MAART 1975
toch aanhanger van de opvatting dat kraken niet zo erg is, een visie
die voor ons volstrekt onaanvaardbaar is. De fractie van de heer Crul
is kennelijk van mening dat kraken niet zo erg is.
De heer CRUL: Het kernpunt is de achtergrond van het kraken.
Men gaat over tot het kraken van een pand, ofwel omdat men duidelijk
in woningnood verkeert, ofwel omdat men een maatschappelijk verschijn
sel dat men onjuist acht wil presenteren. Op basis van die opvatting
heeft het college altijd geopereerd, maar de heer Taks gaat op dit as
pect niet in.
De heer TAKS: In de concrete situatie die ik op het oog heb ka.
ik mij niet aan de indruk onttrekken dat de opvatting van de heer Crul
ertoe zou kunnen leiden dat het recht van de sterkste de doorslag
geeft. Dat is niet altijd de kapitaalkrachtige, dat is in geval van kra
ken vaak diegene die zich door middel van fysiek geweld een leeg
staand pand toe-eigent. Nogmaals, als het om een slooppand gaat
vind ik dat best, maar g"at het om een pand dat -- zoals in dit geval --
door de gemeente moet worden verhuurd dan kan kraken wel degelijk
grote problemen met zich brengen. Vanuit socialistisch oogpunt bezien
zou voor die kant van de zaak wat meer begrip moeten bestaan. Om
duidelijk te maken wat ik heb bedoeld zou ik de leden van de P. v. d. A. -/
P. P. R. - fractie willen uitnodigen kennis te nemen van een artikel,
dat door de vooraanstaande socialist professor Langemeijer over de pro
blematiek van het kraken en in het bijzonder over de betekenis van
het wetsontwerp inzake de strafbaarstelling, dat ik zo juist heb genoemd,
in het Nederlands Juristenblad van 19 mei 1973 op pagina 597 t/m 600
is geschreven. Professor Langemeijer, die destijds procureur-generaal
bij de Hoge Raad was en bovendien -- veel belangrijker -- adviseur
van het schaduwkabinet-Den Uyl, heeft erg weinig met een geestes
houding op die het kraken probeert te vergoelijken. Hij spreekt over
het kraken als over "incidentele deelsocialisatietjes door zichzelf op
werpende socialiseerders ten nadele van toevallige slachtoffer-". Hij
meent dat wij een mogelijkheid nodig hebben om die krakingen te
beletten, die aan één van beide of aan beide kanten niet gerechtvaar
digd zijn.
De heer VAN DUIJL: Ik vind het toch opmerkelijk dat de heer Crul
het in feite een is met het in bezit nemen van andermans eigendom,
temeer daar het hier -- zoals de heer Taks duidelijk heeft gezegd --
niet om een slooppand gaat. Wij hebben van deze kenmerkende uitspraak
van de heer Crul goede nota genomen.
De heer VAN BANNING: Ik heb de indruk dat woningbehoevenden,
die panden kraken, veelal mensen zijn die hun eigen leven willen lei
den en zich minder aan de rechtsorde storen. Het zou daarom interes
sant zijn te weten of de betrokkenen als woningbehoevenden staan in
geschreven, hoe lang zij reeds staan ingeschreven en hoe urgent hun
geval is. Ik zou u daarom willen vragen of deze leerzame informatie
aan de raad kan worden verschaft en mogelijk ook aan de pers kan
worden doorgegeven.
Wethouder VAN DUN: Ik wil beginnen met de exacte vraag van
de heer Van Banning: staan de krakers ingeschreven en hoe urgent zijn
hun gevallen? Volgens mijn informatie is het pand Ceresstraat 41 o-