14 16 JANUARI 1975 weg kan aanleggen dan de gemeente; in dat geval is hij overigens ver plicht de aangelegde weg voor een bedrag ter grootte van de kosten die hij heeft gemaakt aan de gemeente over te dragen en op dat ogenblik kunnen er voordelen voor de gemeentelijke grondexploitatie ontstaan. Ik geloof dat het duidelijk is» dat de baten aan de gemeentekas c. q. aan de kas van het grondbedrijf zullen toevloeien. In de derde plaats heeft de heer Ten Wolde naar de situatie met betrekking tot de agrarische opstallen geïnformeerd. Ik ben het met hem eens dat het duidelijk is aat er een uitzondering voor agrarische op stallen moet worden gemaakt. Aangezien in de ter tafel liggende richt lijnen de verrekening op basis van een prijs per m2 geschiedt, zou het onbillijk zijn dezelfde methode op de agrarische opstallen toe te passen. De oppervlakte van agrarische opstallen is aanzienlijk groter dan die van de gemiddelde particuliere opstallen. Ten aanzien van agrarische woningen geldt hetzelfde. Dergelijke woningen kan men moeilijk ver delen in de oppervlakte die dienst doet voor het agrarisch bedrijf en de oppervlakte die zuiver voor particuliere bewoning bestemd is, zodat zij buiten de regeling zijn gehouden» De heer VAN BANNING: Ik kan het betoog van de wethouder onder schrijven, maar het is mij opgevallen dat hij herhaaldelijk heeft gezegd dat er geen verordening doch richtlijnen in het geding zijn. Hoewel dit een knappe vondst is, meen ik dat het resultaat gelijk blijft. Misschien mag ik vernemen of ik daarin ongelijk heb. Wethoudei VAN DUN: Met de eerste opmerking van de heer Van Banning ben ik blij» met de tweede ben ik minder verheugd! In eerste termijn heb ik getracht duidelijk te maken dat de burger van Breda, wanneer het ter tafel liggende voorstel wordt aangenomen» nergens toe wordt verplicht. Hier is een richtlijn aan het college van burgemeester en wethouders in het geding die het college een aanwij zing geeft voor de wijze waarop het zich naar de mening van de raad moet opstellen. Het staat de burger vrij om van bepaalde activiteiten af te zien, maar wanneer hij wel tot die activiteiten overgaat, zal het college zich conform deze richtlijn opstellen. Indien er sprake is van bij zondere omstandigheden, zal het college voorstellen aan de raad kun nen doen die van de hier te stellen richtlijn afwijken. B. en w. zijn daarbij dan echter verplicht aan de raad ter sanctionering de motieven voor te leggen op grond waarvan zij van de richtlijn willen afwijken. In dit verband heb ik het begrip: "verordening" enigszins gerelativeerd. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 12. bijlage nr. 12 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OM AKKOORD TE GAAN MET DE BEGROTING 1975 VAN HET REKREATIESCHAP- "NATIONAAL PARK DE BIESBOSCH'". De heer BECKERS: Als vertegenwoordiger van de Bredase raad in Je "raad van het recreatieschap De Biesbosch" wil ik graag verantwoording afleggen van het standpunt dat ik namens de gemeenteraad heb ingeno men toen dit punt in de vergadering ter sprake kwam. Op zichzelf is het verheugend dat het bedrag dat Breda zal moeten gaan betalen lager is dan ongeveer een half jaar geleden werd geraamd. Desondanks moe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 14