150 13 MAART 1975 dit moment gekraakt door een aantal niet-gehuwde en niet-ingeschre- ven kamerbewoners, die in Breda vertoeven. Volgens het centraal re gistratiebureau verkeren de krakers dus niet in een gezinssituatie en zijn zij moeilijk te rangschikken in de urgentievolgorde, zoals wij die op dit moment hanteren. De heer VAN BANNING. Mocht het anders zijn, krijgen wij dan toch de exacte informatie? Wethouder VAN DUN: Ik haal deze informatie uit een pamflet dat mij door de dienst openbare werken ter hand is gesteld en dat door de huidige krakers is uitgereikt. Ik krijg de indruk dat er in de discussie met de raad een misver stand is gerezen, Vooi alle duidelijk wil ik een en ander nog één keer zeggen. Als de heer Crul over de woningnood in Breda en over de pro blematiek van de economisch zwakkeren spreekt, moet ik u zeggen dat die argumentatie het college in het verleden aanleiding heeft ge geven om het huidige "kraakregime" te hanteren. Wij hebben daarop met instemming van de raad twee uitzonderingen gemaakt en niemand in de raad heeft zich daar ooit tegen verzet. Deze uitzonderingen lui den als volgt wij gedogen kraken niet in "bouwgevaarlijke situaties of in situaties, waarin het pand of de panden nodig zijn voor het uitvoeren van nieuwe bestemmingen of bestemmingsplannen, In dit geval dient het betreffende pand te worden verhuurd. Als wij over die uitzonderin gen geen verschil van mening hebben vind ik dat het college over de gereedschappen moet beschikken om in die twee uitzonderingssituaties handelend op te tzeden. Dan geef ik de heer Taks gelijk en ik heb hem gevraagd of ik de motie zo mag interpreteren. Welk gereedschap heeft het college om in die twee uitzonderingsgevallen handelend op te tre den? Helaas is er op dit moment alleen een civielrechtelijke procedu re, Het is niet uitgesloten dat er, wanneer ook de mogelijkheid van een strafrechtelijke procedure als gereedschap wordt aangediend, beter tegen die twee uitzonderingssituaties valt op te treden. Het feit dat de civiel-rechtelijke procedure een onvolkomen middel is blijkt uit bijla ge 76 van het preadvies, die nu aan de orde is. Hier is een pand nodig voor een nieuwe bestemming; het pand is gekraakt en de mensen zijn er volgens de civiel-rechtelijke procedure uit verwijderd, waarna er weer nieuwe mensen intrekken. Nogmaals, als wij de motie van de heer Taks mogen interpreteren als het aandienen van gereedschap in de door de raad aanvaarde situatie heeft het college geen overwegende bezwa ren tegen deze motie. Dat is het standpunt van het college. Vervolgens wordt de motie-Taks in stemming gebracht en met 22 tegen 13 stemmen aangenomen, VOOR stemmen de heren Koertshuis, Van den Wijngaard, Goos, Taks, Suurmeijer, mevrouw JMger-Middelbeek, de heren Lambregts, Gielen, Van Asseldonk, mevrouw Van Rooij-Van den Heuvel, de he ren Ten Wolde, Sandberg, Van Duijl, Broeders, Eissens, Kramer, Van Graafeiland, Van Banning, Veelenturf, Geene, Van Dun en Van Dongen, TEGEN stemmen: mevrouw Stutterheim-Edeling, de heren Dreef, Welschen. Martens, Van Male, Beckers, Crul, Houben, mevrouw Pau- lussen, de heren Hendriksen, Oomen, Kaarsemaker en Brummelkamp.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 150