157
13 MAART 1975
en de budgetverdeling. Met de eerste twee punten heeft de federatie
van fracties geen problemen, tenminste wanneer geen begroting wordt
opgezet zonder dat daaraan enige beleidsbepaling vooraf is gegaan. Wij
hebben er nooit een misverstand over laten bestaan dat wij daar ernstige
bezwaren tegen hebben. De desintegratie van de sectoren gaat voort
en tekent zich ook steeds duidelijker af; als die verstarring doorgaat
valt het niet te verwachten dat 'rx beleidsplan kan worden vastgesteld.
Met de budgetverdeling kunnen wij op dit moment niet akkoord
gaan. hetgeen in de commissies ook al duidelijk is geworden. Wij vin
den dat de raad op deze manier buiten spel staat, want hij krijgt een
voorstel voorgelegd waarin alles al is "Ingebakken" en waarin geen
verandering meer aan te brengen is. Nu kan naar onze mening best
een andere methode worden toegepast. Wij hebben te dien aanzien
voorstellen in de commissies algemene zaken en financiën op tafel ge
legd en uit het advies, dat de afdeling financiën daarover heeft uitge
bracht, blijkt dat de afwijzing van ons voorstel niet zozeer op een te
kort aan argumenten is gebaseerd maar dat de tijdsfactor daarin een be
langrijke rol speelt. In de tijd die ons nog rest tot november zou een
en ander niet meer te realiseren zijn. In het advies van de ambtelijke
afdeling financiën staat verder dat het voorstel van de federatieve frac
ties niet kan worden goedgekeurd omdat inschakeling van de burgerij,
bepaling van prioriteiten en aanpassing van budgetten eerst mogelijk
zijn wanner claims, welke niet uit een reëel accres worden gereali
seerd, op een rijtje staan. Daarmee zegt het ambtelijk apparaat nu
juist wat wij voortdurend hebben gesteld. Als men een begroting wil
opstellen en duidelijk vanuit een beleid wil gaan opereren is het inder
daad noodzakelijk dat de claims bekend zijn, dat zij op een rijtje
staan en dat er een keuze uit kan worden gemaakt. Dat is een beleids
bepaling zoals wij die voorzien. Het ambtelijk apparaat heeft het ge
noemde advies aan het college gegeven en omdat de brief als zodanig
aan ons is gericht zal dit ook wel door het college worden onderschre
ven, Het staat er niet in maar wij nemen aan dat dit het geval is.
Het gaat er dus om dat er geen prioriteitsbepaling plaatsvindt, dat
er geen keuzemogelijkheid is en dat er geen beleid wordt gepresenteerd.
In 1974 heeft het college de raad nog eens een stuk over beleidsuitgangs
punten gepresenteerd, maar sindsdien is er behalve de cijfers geen en
kel beleidsstuk meer aan de raad gepresenteerd. Wat de budgetverde
ling betreft kunnen wij dan ook niet met het voorstel meegaan. Wij
hebben dat in de commissies naar voren gebracht en wij hebben te
dien aanzien ook een voorstel geformuleerd. Nu hebben wij uit het pre
advies van de ambtelijke afdeling financiën en ook uit de discussies
opgemaakt dat in dit geval voornamelijk de tijdsfactor een rol speelt.
Als dat zo is zal er toch wel iets aan te doen zijn en dat willen wij
vandaag dan ook nogmaals aan raad en college voorleggen. Ons voor
stel heeft duidelijk tot achtergrond dat de burgerij, de commissies en
de raad hun inbreng en politieke visie ten aanzien van het beleid voor
1976, vertaald in geld, leveren zodat zij daarover tijdens de begro
tingsbehandeling van november een besluit kunnen nemen. Wij zullen
in dit verband een amendement indienen; het is een enigszins ingewik
keld amendement, maar daar kom ik dadelijk nog wel op terug. Het
gaat erom dat wij de voorbereidende werkzaamheden voor de begro
tingsbehandeling van november vanaf dit moment op de volgende ma
nier zouden willen aanpakken. Er is al toegezegd dat er in april een
belangrijke notitie over de financiële ruimte in de sectoren komt en
dat er daarna een gesprek tot stand zal komen tussen de commissies al-