165 13 MAART 1975 terwijl het besluit op 13 maart 1976 wordt gedateerd. Het lijkt mij nu dus nog niet aan de orde. De VOORZITTER: Het zou wel eens heel goed op tijd kunnen zijn. Ik dank de heer Van Banning voor zijn inbreng en vind het fijn dat hij dit verschijnsel heeft gesignaleerd. Wethouder BROEDERS: Ik bevind mij in een moeilijke positie omdat aan mijn adres wel eens de opmerking is gemaakt dat, als de wethouder "de emmer over de budgetverdeling leeggooit", niemand waarschijn lijk nog zin heeft om in tweede instantie te spreken. Iedere keer heb ik echter weer behoefte er uitvoerig over te praten en te getuigen van mijn opvatting, dat wij in Breda -- in tegenstelling tot de heer Crul, die zegt dat er "niets nieuws onder de zon is" -- bezig zijn met een be- grotingsopzet die een stuk vernieuwing inhoudt. Deze wijze van begro tingsbehandeling is fundamenteler dan hetgeen men bij sommige ge meenten ziet, zonder dat ik die gemeenten zou willen diskwalificeren. Daar brengt men namelijk grote beleidsnota's uit die wel vele woorden maar geen financiële vertaling daarvan bevatten. Dat is in Breda wel gebeurd en ik ben daarin bijzonder geïnteresseerd, zonder te zeggen dat de Bredase methodiek nu helemaal "af" is. Ik geloof ook niet dat wij er ooit helemaal mee klaar kunnen komen en ik ben het met de heer Van Banning eens dat altijd nog aanpassingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht. Wij hebben echter met enkele punten een 'begin gemaakt. In de eerste plaats hebben wij de traditionele begroting, waarin elke post verstard was en waarin zonder meer een bijtelling van loonkosten- en andere kostenstijgingen kon plaatsvinden, fundamenteel doorbroken. Wij hebben in de sectoren duidelijk een afweging van ou de en nieuwe kwesties geihtroduceerd, hetgeen voorheen niet of nauwe lijks het geval was. Hierbij zijn niet alleen de functionele diensten en de secretarie-afdeling maar ook de raadscommissie betrokken, hetgeen op zich een uniek gebeuren is. De raadscommissie kan in een vroegtij dig stadium, namelijk bij de behandeling van de concept-begroting, mede afwegen of in de betreffende sectoren oude dingen tegen nieuwe zouden kunnen worden ingeruild. Bovendien zult u bemerken dat 2. 100. 000, -- niet in ae voorlopige budgetverdeling is betrokken maar dat na afweging van prioriteiten accenten van nieuw beleid ten bedrage van 2. 100. 000,-- kunnen worden gelegd, niet alleen voor dit ene jaar maar ook doorwerkend naar volgende jaren. Telkens op nieuw wordt die ruimte beschikbaar gesteld om accenten van nieuw be leid, verschuivingen en aanpassingen aan de opvattingen van vandaag duidelijk te maken. Daarnaast ben ik van mening dat de inzichtelijk heid in de financiële situatie van de gemeente Breda enorm is verbe terd. Natuurlijk kan ook deze inzichtelijkheid nog beter worden, want iemand die voor de eerste maal van onze gemeentebegroting kennis neemt zal zich afvragen hoe hij er in godsnaam ooit uitkomt. Het zijn heel dikke boeken met heel veel cijfers en ik meen dat wij via deze methode tot een vereenvoudiging zijn gekomen, die nog verbeterd moet worden maar die het toch beter dan in het verleden mogelijk maakt te zien wat er in de gemeente aan de hand is. Als men over een beleidsplan praat wil ik daarbij wel zeggen dat deze methode geen "sta-in de-weg" is voor een beleidsnota noch voor haar vertaling in geld, want voor een beleidsnota zonder vertaling in geld koopt men mets. Deze methode, die de inzichtelijkheid van het totaal beschikbaar inkomen introduceert en die de verdeling duidelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 165