168 13 MAART 1975 een aantal uitgaven is niet zo star als door sommige leden van de com missie financiën wordt aangenomen. Nu hebben wij deze commissie toegezegd een notitie te zullen opstellen over de globale ruimte, maar vandaag hebben wij daarover nog een uitvoerig gesprek gevoerd en het zou wat te gemakkelijk geredeneerd zijn dat wij dan onmiddellijk een duidelijk financieel inzicht in die ruimte hebben. Wij hebben gezegd dat wij hierover in de commissie financiën zullen praten en vervolgens een gesprek met de commissie algemene zaken zuilen beginnen. Als ik deze dingen nu eens op een rijtje zet kom ik tot de conclusie dat één van de centrale punten, op basis waarvan voor deze methode wordt gepleit, een te groot risico met zich brengt om de huidige methode zonder meer overboord te zetten. Daardoor zouden namelijk nog meer vragen worden opgeroepen terwijl wij toch nog te weinig inzicht in de financiële ruimte zouden hebben. Over dit punt bestaat nog een te gro te onzekerheid om er een beslissing over te kunnen nemen. Het opstellen van een concept-begroting door diensten, bedrijven enz., die dan ook nog door de afdeling financiën moeten worden "ge checkt", vergt een enorme inspanning van alle betrokken ambtenaren. Met het oog daarop nemen wij een veel te groot risico wanneer wij nu niet tot een voorlopige budgetverdeling besluiten, want daardoor zou het werk van het gehele ambtelijk apparaat in sterke mate verstarren terwijl de commissies toch nog in de sectoren worden ingeschakeld en de raad een volledige inbreng ten aanzien van het nieuwe beleid kan hebben. Ik meen dat wij een dergelijk risico niet moeten nemen, me de omdat wij vóór de aanvang van het nieuwe jaar klaar willen zijn met de begrotingsbehandeling zodat het werk in het volgend jaar duide lijk voortgang kan vinden. Om deze reden zou ik het amendement wil len ontraden. De VOORZITTER: Voordat wij gaan pauzeren zou ik nog een enke le opmerking over het ingediende amendement willen maken. De heer Crul heeft al toegegeven dat het op zijn zachtst gezegd een wat aparte manier is om een amendement in te dienen, want als ik het goed heb gezien voldoet het stuk qua vorm niet aan artikel 25 van het Reglement van Orde, waarin wordt gesproken over een "wijziging van de tekst van het besluit". Het betreft hier een pakket besluiten van 1 t/m 4 en het gaat hier dus niet om een wijziging van de tekst maar veeleer om een vervanging van de vier gedane voorstellen en de splitsing daarvan in tweëen. Waar het amendement over punt vier van het besluit handelt zou daarin wijziging moeten worden gebracht of zou dit punt moeten vervallen, maar de door de heer Crul voorgestelde vorm lijkt mij voorshands niet acceptabel. Nu lijkt mij het juiste moment gekomen om te pauzeren, zodat wij tevens nog even onderling over deze aangelegenheid kunnen praten. Ik schors de vergadering voor een kwartier, PAUZE De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Met betrekking tot hetgeen ik voor de pauze over de splitsing van het voorstel van de heer Crul heb opgemerkt zou ik nog het volgende willen zeggen. Ik heb nog even met enkelen uwer overleg mogen plegen en het lijkt mij het bes te wanneer wij bijlage 2 van het door de heer Crul en enkele andere le den ingediende amendement als hét amendement beschouwen. Bijlage 2 heeft namelijk betrekking op het bekende punt vier en ik verzoek u

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 168