16 16 JANUARI 1975 ten leiden dat het rijk bij zijn financiële participatie wat scheutiger wordt. Op het gebied van de investeringen zijn er op het ogenblik vrij goede subsidieregelingen, maar de exploitatie van dergelijke recreatie gebieden komt volledig ten laste van degenen die aan de regeling heb ben deelgenomen en ik kan de raad verzekeren dat de exploitatielas ten zeer hoog zijn aangezien de exploitatie van een dergelijk gebied uiteraard nauwelijks inkomsten oplevert. Ook ik acht het wellicht mogelijk dat de regeling op den duur een regionaler karakter krijgt, zij het dat men zich op dat ogenblik moet afvragen of de regionale maat wel is afgestemd op degenen die gebruik maken van "De Biesbosch". In het bijzonder gaat ook van de "Drechtsteden" en Rotterdam, dus van het gebied ten Noorden van "De Biesbosch", een duidelijke druk op dit natuurgebied uit, terwijl deze steden niet aan de regio deelnemen. In ieder geval zullen mijns inziens door het rijk terzake de nodige initiatieven moeten worden genomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 13. bijlage nr. 13 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET NI VELLEREN VAN HET EGALISATIEFONDS ZWEMBADEN PER 31 DECEMBER 1974. Teruggenomen zijnde maakt dit voorstel geen onderwerp van be raadslaging uit. 14. bijlage nr. 14 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTEL LING VAN EEN SUBSIDIEREGELING PERSONEELSVERENIGINGEN. De heer EISSENS: Uiteraard juichen wij dit initiatief van harte toe; een goede personeelsvereniging kan bijdragen tot een goed team-work en tot een verbetering van de sfeer waardoor wellicht een betere uitoe fening van het werk van de ambtenaren tot stand komt. Toch zou ik twee kleine opmerkingen willen maken. In artikel 3, lid 2, van de voorgestelde subsidieregeling staat; "In dien de maandelijks door de leden te betalen contributie een door bur gemeester en wethouders redelijk geoordeeld bedrag overschrijdt, kun nen zij de algemene subsidie beperken. Omdat wij deze bepaling nog al vaag vinden, zouden wij willen vragen of het niet mogelijk is in de zen duidelijker te zijn. Men zou bijvoorbeeld kunnen bepalen dat de subsidie voorlopig op het huidige niveau blijft en dat daarbij in de toe komst rekening met de trendmatige ontwikkeling zal worden gehouden. In artikel 8 wordt bepaald dat de regeling in werking zal treden op een nader door burgemeester en wethouders te bepalen datum. Nu Nieuwjaar nog zo dichtbij is, lijkt het mij gunstig de regeling met in gang van 1 januari 1975 te doen ingaan. Wethouder DE RAAFF: Met de voorgestelde datum van inwerking treding heb ik geen moeite. Ik zou de woorden "op een nader door bur- emeester en wethouders te bepalen datum"willen handhaven, maar aarbij de toezegging willen doen dat deze na 1 januari 1975 zal zijn. Naar ik aanneem kan de heer Eissens hiermee tevreden zijn. Ten aanzien van de andere opmerking van de heer Eissens is de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 16