171
13 MAART 1975
neer in de verslaglegging die dingen worden opgenomen, ten aanzien
waarvan men het urgent vindt dat er aandacht aan wordt geschonken
maar die omwille van de financiële ruimte gewoon niet in de deelbe
groting kunnen worden opgenomen. Daarmede zouden wij al een bij
zonder belangrijke bijdrage aan een te voeren beleid leveren waarvan
wij het volgende jaar duidelijk kunnen profiteren. Ik ben bang dat al
le gemaakte opmerkingen -- en er zijn ongetwijfeld vele zinnige bij -
in ae loop der tijd in de mist verdwijnen, terwijl wij, als wij een en
ander als "reminder" of als "pro memorie" opnemen, het volgend jaar
precies kunnen nagaan wat ter sprake is gekomen.
Dan heb ik nog een vraag die de wethouder nu niet behoeft te be
antwoorden, maar waar hij misschien in een later stadium op kan in
gaan. Ik vind het belangrijk dat er om de paar jaar een zogenaamde
multidisciplinaire saneringscommissie komt die alles nog eens "bekijkt
en zegt welke punten eruit kunnen of welke punten te zijner tijd kun
nen aflopen. Daardoor zouden wij wat meer inzicht op langere termijn
kunnen verkrijgen en ook wat dat betreft heeft het college niet op mijn
vraag geantwoord.
Ik heb de woorden van de heer Crul in één opzicht niet goed be
grepen. Hij heeft op een gegeven moment gezegd dat ik ten opzichte
van N.A.C. in een enigszins andere situatie ben komen te verkeren,
maar ik weet niet precies wat hij daarmede bedoelt. Als hij bedoelt
dat ik contribuant van N. A.C. zou zijn geworden moet ik hem zeggen
dat ik dat nog steeds niet ben.
Tot slot kan ik u na het in de pauze gevoerde beraad namens de
C. D. A.-fractie mededelen dat wij volledig met uw voorstel kunnen
meegaan.
De VOORZITTER: Ik wil nog even een verduidelijking geven van
de opmerkingen, die ik zoéven namens het college heb gemaakt. Ik
zal dit doen naar aanleiding van de opmerkingen, die de heer Crul
met betrekking tot de beleidsnota heeft gemaakt. In de eerste plaats
heb ik getracht de start van het college duidelijk te maken, die be
stond uit een inventarisatie van de beslissingen die deels van groot be
lang voor de toekomst zijn. Het zal duidelijk zijn dat een sectorsgewij
ze behandeling van die facetten, die in de verschillende functies thuis
horen, noodzakelijk is. In de derde plaats is in 1974 gebleken dat inte
grale aspecten niet onbesproken zullen kunnen blijven. Ik meen te mo
gen zeggen dat de overigens summiere nota van 1974 daarvan reeds
elementen bevatte. Tenslotte heeft de heer Crul nog een vraag gesteld
over het beschikbaar zijn van de onderdelen van de beleidsnota, ook
wat betreft de integrale aspecten daarvan. Het ligt in de bedoeling
van het college in de periode van 4 tot 19 augustus, wanneer de "begro
tingen in de onderscheiden commissies aan de orde komen, de secto
ren van de beleidsnota te behandelen. Het college heeft ook als een
nadrukkelijke wens te kennen gegeven bij gelegenheid van de presenta
tie van de begroting 1976 tevens de beleidsnota aan te bieden. Er zal
dus heel hard aan gewerkt moeten worden en wij moeten wachten tot
er enige rust in de situatie ontstaat, tot er enig materiaal is verzameld
alvorens er in augustus verder over kan worden gesproken. Ik hoop dat
ik wat de beleidsnota betreft duidelijk genoeg ben geweest.
Wethouder BROEDERS: Ik ben blij dat ook de heer Crul begrip
toont voor het vele werk, dat aan het samenstellen van zo'n totale be
groting is verbonden. Met betrekking tot het begrip "voorlopige vast-