183
13 MAART 1975
nen zetten. De democratische ontwikkelingen geven naar onze mening
onvoldoende cijfermateriaal, onder andere op het punt van de samen
stelling van de beroepsbevolking. Dit is niet alleen voor de inrichting
van het woongebied maar ook voor de inrichting van het werkgebied
Haagse Beemden van groot belang. Wij achten het noodzakelijk op
dit gebied over voldoende gegevens te beschikken en minister Gruyters
heeft er tijdens ons bezoek geen misverstand over laten bestaan dat
wonen en werken ook wat de overloop uit de Randstad betreft moeilijk
gescheiden kunnen worden. Als die overloop zonder meer zou plaats
vinden zou een ontwikkeling op gang kunnen worden gebracht die voor
Breda wel eens niet zo best zou kunnen aflopen. Dat is één van de pun
ten die naar onze mening onderzocht zouden moeten worden.
Misschien is het wel van belang even te illustreren wat het N„ K. V.
in dezen van de woningbehoefte vindt, die een zeer belangrijke rol
in het onderzoek zal gaan spelen. In de brief van minister Gruyters
staat dat deze kwestie onderzocht zal worden en het N. K. V. - Breda
heeft een brief aan de raad geschreven, waarin het zijn visie op deze
aangelegenheid op tafel heeft gelegd. Deze visie heeft zowel met
woningbehoefte als met werkgelegenheid te maken, onderwerpen die
op dit moment sterk in de belangstelling staan. Het verbondsbestuur
van het N. K. V. heeft in een biief aan het N. K. V. -bestuur van Breda
meegedeeld dat het uitdrukkelijk geen voorstander is van woningbouw
wanneer daaraan geen behoefte bestaat, ook niet als de werkgelegen
heid daarmee gediend zou zijn. De behoefte moet uitdrukkelijk vast
staan en moet tevens in het ordeningsbeleid van de gemeente passen.
Wat de woningbehoefte betreft heeft het verbondsbestuur van het N. K. V.
overigens geconstateerd dat woningnood een kwestie van bepaalde be
volkingsgroepen is. Door het N. K„ V. is het aantrekkelijke aspect in
gevoerd dat een zekere consumptiebeperking op dat terrein tot de mo
gelijkheden zal kunnen gaan behoren. Door middel van die consump
tiebeperking zal dan de werkelijke woningbehoefte kunnen worden
vastgesteld en dat vinden wij ook voor het tot ontwikkeling brengen
van de Haagse Beemden belangrijk. Wat betreft de relatie tussen wo
ningbehoefte en werkgelegenheid zijn wij er namelijk gewoon nog
niet "uit" en als consumptiebeperking door ëén van de eerst verant
woordelijken voor de werkgelegenheidsaspecten wordt onderschreven
zullen wij daar in de toekomst rekening mee moeten houden.
Hiermede meen ik de vragen van ae heien Geene en Ten Wolde
evenals de opmerkingen van de heer Van Dun in eerste instantie te
hebben beantwoord.
De VOORZITTER Ik zou het een beetje flauw vinden als ik ach
teraf nog een opmerking over het initiatiefvoorstel zou maken en daar
om plaats ik nu een enkele bescheiden kanttekening. In de eerste
plaats kent de Gemeentewet aan het college van burgemeester en wet
houders zeei nadrukkelijk een voorbereidende taak toe, voor zover dat
niet aan anderen is opgedragen. U kunt een en ander in artikel 209-S
vinden. Daaruit vloeit naar mijn bescheiden mening voort dat men
zuinig met initiatiefvoorstellen moet zijn. Voor het indienen van een
initiatiefvoorstel moet een duidelijke aanleiding bestaan, want de
raad staat een hele reeks van middelen ten dienste het stellen van
schriftelijke of mondelinge vragen, rondvraag, het houden van inter
pellaties e, d„ -- om het college tot de orde te roepen.
De heer Crul spreekt over een monistisch bestuur" en haalt daar-