185
13 MAART 1975
de eerste paal zou worden geslagen. De tweede voorwaarde was dat de
bevolking via een goed georganiseerde inspraakprocedure bij de gang
van zaken moest worden betrokken.
Er liggen nu al zoveel harde feiten op tafel dat er geen enkele re
den is om het tot nu toe gevoerde beleid om te buigen. Ik zou niet we
ten op grond waarvan dat zou moeten gebeuren. Er zijn gewoon geen
feiten aan het licht gekomen die reden tot twijfel geven. Er zou pas
twijfel kunnen rijzen indien zou blijken dat niet aan de door ons ge
stelde voorwaarden kan worden voldaan.
Tenslotte hebt u op de taak van het college gewezen en wij zijn
het daar helemaal mee eens. Wij vinden dat de procedure correct ver
loopt zoals die met de raad is besproken en gepland en wij vinden ook
dat initiatiefvoorstellen een ernstige aangelegenheid zijn. Dergelijke
voorstellen mogen naar onze mening alleen worden ingediend als daar
voor dwingende redenen aanwezig zijn; wij zien die dwingende rede
nen hier zeker niet en daarom kunnen wij het initiatiefvoorstel van
Progressief Breda niet steunen.
De heer TEN WOLDE: Terwijl de heer Beckers tien minuten nodig
meende te hebben om dit voorstel te behandelen kan ik mij tijdens de
ze discussie bijna niet aan de indruk onttrekken dat wij in de Haagse
Beemden-vergadering van 24 april a. s. vertoeven. Er wordt namelijk
inhoudelijk over de gehele kwestie gesproken met betrekking tot de
ontwikkeling» inventarisatie, oriëntatie en wat dies meer zij.
Als de heer Crul zegt dat hij geen rol kan spelen in de voorberei
ding van de procedure ten aanzien van de Haagse Beemden, is dat dui
delijk een consequentie van zijn weigering om aan het dagelijks be
stuur van deze gemeente deel te nemen. In het verkiezingsprogramma
van de P. v. d. A. /P. P. R. stond namelijk heel duidelijk dat de heer
Crul niet met de V. V. D. in een college wenste samen te werken. Als
de heer Crul deze situatie wel toewenst aan andere fracties in deze
raad, die een vrij belangrijke bevolkingsgroep vertegenwoordigen,
vind ik dat hij ook zelf vanuit die situatie moet gaan handelen. Als
men niet in het college zit moet men de consequenties daarvan aan
vaarden; ik zou bijna zeggen: "Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet
dat ook een ander niet". Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat
de heer Crul er spijt van heeft dat hij niet aan het dagelijks bestuur
heeft willen deelnemen, maar hij heeft daar in de onderhandelingsfa
se verschillende gelegenheden toe gehad.
Wij menen -- en op dat punt onderschrijf ik het betoog van de
heer Geene volledig -- dat ook de linkse fractie in de gecombineerde
commissievergadering over de Haagse Beemden voldoende gelegenheid
tot inspraak heeft gehad. Ik spreek nu over de interpretatie van de
verschillende inventarisaties met betrekking tot de Haagse Beemden
plannen. De V. V. D. -fractie ziet dan ook geen aanleiding om het
voorliggende initiatiefvoorstel te ondersteunen.
Wethouder VAN DUN- De heer Ten Wolde heeft terecht gezegd
dat de heer Crul -- maar dat mag hij als tijdelijk wethouder bij het
indienen van een initiatiefvoorstel natuurlijk altijd -- de inhoudelijk
heid van de kwestie Haagse Beemden aan de orde heeft gesteld. Als
hij dit wil zullen wij met uw welnemen nog wel enkele uren nodig
hebben om er met elkaar over te praten. Ik meen echter dat hij dan
voorbijgaat aan de zin van het initiatiefvoorstel en bovendien zal de